Wanneer met ander schrijfmateriaal, dus ongetwijfeld in een volgende schrijffase, een tekstdeel is toegevoegd, wordt dit tussen schuine strepen geplaatst:
vijandin/nen/
De omvang van deze toegevoegde tekstdelen kan variëren van één letter tot een gehele pagina.
Wanneer zowel een tekstdeel is geschrapt, als een tekstdeel is toegevoegd, zijn de volgende combinaties mogelijk:
(met hetzelfde schrijfmateriaal) 〈- plaatsen〉 〈+ steden〉
(met verschillend schrijfmateriaal) 〈- danshuizen〉 /gesloten huizen/
(eerst toegevoegd, vervolgens geschrapt) 〈- 〈+ onder〉〉
Wanneer een tekstdeel door een ander tekstdeel heen is geschreven, wordt dit op dezelfde wijze aangegeven als de schrapping van een woorddeel zonder gebruik van spatie. Het dooreenschrijven levert de lezer immers geen extra informatie:
aller〈- g〉hoogst
〈- x〉Antonio
〈- het〉de
〈- .〉,
Maar: 〈- dorpen〉,
Idem, maar met ander schrijfmateriaal:
〈- a〉/A/chter
〈- en〉/Daar/
Een kennelijk onvoltooide letter aan het eind van een verworpen woorddeel wordt getranslittereerd als een volledige letter, tenzij hij door de editeurs niet kon worden geïdentificeerd; in dat geval wordt hij verwaarloosd.
In de linker marge staat het nummer van de desbetreffende bladzijde van het document. Wanneer deze nummering niet door Slauerhoff is aangebracht, staat het cijfer cursief tussen vierkante haken:
[1], [2] enz.
Binnen een regel wordt de grens tussen twee bladzijden aangegeven met een dubbele verticale streep:
11 die de stille straten zal vullen met luidruchtig || zeevolk etc.
Met een enkele verticale streep wordt het einde van een regel aangeduid.
De meeste volzinnen beginnen bij Slauerhoff, zoals reeds werd opgemerkt, voor in de regel, zonder dat sprake hoeft te zijn van een nieuwe alinea. Het is dus niet altijd uit te maken waar een nieuwe alinea door Slauerhoff is bedoeld. Daar waar Slauerhoff door middel van inspringen duidelijk heeft aangegeven waar hij een nieuwe alinea wenste, is dit door de editeurs aangegeven met een vierkant wit voor in de regel. Daar waar hij de tekst niet laat inspringen bij niet-uitgevulde voorafgaande regel, is bij de weergave van de tekst eveneens niet ingesprongen en is de voorafgaande regel eveneens niet vol gemaakt. Daar waar de auteur een volzin voor in de regel begint bij een uitgevulde voorafgaande regel, is zijn bedoeling op geen enkele wijze af te lezen. Deze onzekerheid is gesignaleerd door middel van een vierkantje aan het begin van het desbetreffende tekstdeel. Wanneer de editeurs hebben besloten tot een nieuwe (niet-ingesprongen) alinea, staat het vierkantje dus aan het begin van de regel, bij de