aan “Het leven op Aarde” had gezucht, was hij schijnbaar vergeten. Hij had nieuwe ideeën voor een omvangrijk prozawerk. “Het Verboden Rijk” en “Het Leven op Aarde” beschouwde hij als de beide eerste deelen van een trilogie. Voor een derde deel, dat een synthese had moeten brengen, waren er wel vage plannen, maar hij achtte zich voor de uitwerking ervan nog niet rijp.’ (F.C. Terborgh, Slauerhoff. Herinneringen en brieven blz. 41)
De editeurs bieden hier niet een volledige historisch-kritische editie van Slauerhoffs ‘Chinese’ romans. Enerzijds zijn de overgeleverde documenten daarvoor te gering in aantal, anderzijds zou deze uitgave daardoor te omvangrijk worden. De hier gepubliceerde handschriften en typoscripten bevatten zowel alle overgeleverde aantekeningen die Slauerhoff maakte bij zijn lectuur ter voorbereiding van zijn romans, als alle voorontwerpen, voor zover overgeleverd. Een kijkje in de keuken krijgen we dus wel, maar de volledige genese valt er toch niet uit af te leiden. Onze weergave van ieder document is in principe diplomatisch. Een ‘synoptische’ weergave van alle stadia, zoals A. Kets-Vree die heeft gepresenteerd in Woord voor woord. Theorie en praktijk van de historisch-kritische uitgave van een prozatekst, gedemonstreerd aan ‘Een ontgoocheling’ van Willem Elsschot, heeft in dit geval geen zin.
Voor de drukgeschiedenis van Het verboden rijk verwijzen we naar de elfde druk, verzorgd door K. Lekkerkerker, de eerste editie met een uitvoerige verantwoording, blz. 151-171. Van Het leven op aarde is een dergelijke uitgave in voorbereiding.
De term document is hier gebruikt voor ieder handschrift of typoscript dat zich bij nadere bestudering als een geheel voordoet op materiële, eventueel op inhoudelijke gronden. Deze gronden zullen van geval tot geval uitvoerig worden ontvouwd. De term bron is uitsluitend gebruikt voor teksten die Slauerhoff bij zijn arbeid aan de romans te zijner informatie heeft bestudeerd of als achtergrondkennis heeft benut.
Om de documenten enigszins overzichtelijk te rangschikken, zijn ze in vier groepen ondergebracht. De A-groep bevat die documenten die geschreven zijn voordat Slauerhoff aan zijn romans begon, maar die toch (achteraf) als een voorbereiding daarop gewaardeerd kunnen worden. De B-groep is samengesteld uit een tiental documenten van geringe omvang, die Slauerhoffs begeleidende arbeid bij zijn romanwerk vertegenwoordigen: puntenschema's, aantekeningen uit lectuur en dergelijke. In de C-groep zijn alle overgeleverde voorontwerpen van Het leven op aarde samengebracht. (Van Het verboden rijk zijn geen voorontwerpen overgeleverd.) De D-groep, ten slotte, bevat de overige fragmenten, waaronder vijf schetsen die kennelijk bedoeld waren voor het derde deel, waaraan Slauerhoff niet meer is toegekomen.
Bij de presentatie van iedere groep wordt eerst een poging gedaan de samenstellende documenten chronologisch te ordenen en te dateren. Van ieder document wordt vervolgens een formele beschrijving gegeven; dan volgt de weergave van de tekst, voorzien van verklarende voetnoten; ten slotte is enig commentaar bij de gepresenteerde tekst gevoegd.
Zowel in de voetnoten als in de commentaar wordt aandacht geschonken aan de Chinese aardrijkskundige namen die Slauerhoff heeft gebruikt: de topografie is namelijk voor de interpretatie van de romans van belang gebleken. Slauerhoff kende