Verzamelde gedichten. Deel 1(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 410] [p. 410] Landschap Sprietbruggen, dun als riethalmen, schichten Over breedglimlachende rivieren. Ranke vrouwtjes beschrijden ze beschroomd, 't Zacht gewaad angstvallig langs de zijden Strakhoudend, dat geen windvlaag 't doet uitslaan: Als vlinders dwarrelden ze op door 't ruim, Ontredderd meegevoerd, ver van huis. Visschers wachten met loodrechte spies, Of forellen zich blinkend verrieden in 't diep. Jonken volgen den kronklenden stroom, Hoog op den spiegel, groote holle blaren. De berg zwelt omhoog uit alle verten Naar de opbrengst van een slanken steilen top. Volmaakte wolken vormen een krans Zichtbare gedachten van den goeden berggod. Voor roode avondzon hangt de aarde, Een groote ronde lampion, beschilderd Met gele woestijnen, donkre valleien, Grijze rijstvelden en groene meren, Zacht schommlend in de blauwe hemelzaal. Vorige Volgende