Verzamelde gedichten. Deel 1(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] In Memoriam Kapitein Bambine Nu rust je onder groene zoden, Bambine, In leven kapitein van de Lieve Proserpine, En den Parijzenaars die met vacantie gaan Vertoonde je à twee francs: ‘De Atlantische Oceaan!’ De sleepboot vaart plezier, tot berstens volgeladen, De reede is wat woelig, de zee kent geen genade En de lading in doodsangst gilt luidkeels: ‘Wij vergaan Voor ons goede geld, kapitein! God, doe ons dat niet aan!’ Bambine zegt geen stom woord. 'n Golf spoelt hun de voeten. ‘O, kapitein! Heb meelij met ons! O, wij moeten Terug!’ - ‘Hebben de dames, heeren al Hun bekomst? 't Is mij goed. Dan gaan we weer naar stal. Klaar om te wenden!’ - De schavuit van een schuit Loopt full speed op een bank. De pleziertocht heeft uit. De lading geeft een gil, geeft zich over, geeft over. Bambine bewandelt zijn brug. Een dame, betoovrend Schoon, valt hem te voet: ‘Halt, conducteur! ik wil Er uit. Ik wil aan land. Het koste wat het wil!’ Bambine ziet haar aan, zoo recht in het gemoed. ‘Aan land, hebt gij gezegd? Heb ik het goed gehoord? Aan land wilt gij terstond? Nu, op mijn zeemanswoord, Ik wou ook wel. Als de opkomende vloed [pagina 83] [p. 83] Ons straks niet vlot maakt, dan, Uw Edelheid, Hebben we gratis bain mixte tot in de Eeuwigheid.’ (Corbière) Vorige Volgende