Verzamelde gedichten. Deel 1(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Het Tempeleiland Philae Het ligt stroomopwaarts (Hoevele golven zijn voorbijgegaan In iedren dag en hoevele van deze vergaan?) Achter hoog riet, ver van het voortbestaan, Bijna onaardsch. Wel haast alle zuilen zijn gebroken; Er staan nog twee over, Ver van elkaar. Het heiligdom ligt open En lijdt gevaar Verstikt te worden onder aanwoekrend loover. De haven waar de aankomende geloovigen Hun barken meerden Verzandde. En zij allen verteerden In de grafheuvelen die tegenoverliggen. Verloren gingen de tooverspreuken, Verwaaid de offerreuken, En 't rituaal vergeten... Zooals een ringrifeiland in zijn binnenmeer Wat leven van voorwereldlijke zee, Hield het Verleden. Vorige Volgende