Serenade(1938)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Verleden Ik denk aan 't eiland waar 'k niet meer zal komen: - 't Is bijna niet uit zee te zien, zoo smal; Het kleine dorp dat ik niet noemen zal Ligt diep achter den dijk onder zijn boomen - En aan de vrouw bij wie 'k niet meer zal komen: Met haar lag ik één stormigen nacht tezaam, De onrustige nachtwind rukte aan 't oude raam; Zij lag naast mij en mompelde een naam Die 'k niet meer weet, maar draag in al mijn droomen. Vorige Volgende