Serenade(1938)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] De Vagebond Morgenwind wekt mij, blaadrend in den boom Waaronder ik in droom lag met een vrouw Zoo wulpsch als lieflijk, maar zelfs in dien droom, Toch zeer kortstondig, bleef ik haar niet trouw. De kim woei open. Ik was weer verheugd En wiesch mijn warm gezicht in morgendauw. Ik roofde een landmeisje haar melk en deugd Met volle teugen, en had geen berouw. Ik leef. Ik vrees alleen dat 't web van wegen Dat zich al nauwer om de wereld spant, Mij niet meer doorlaat naar het ver gelegen, Steeds wenkend en steeds wijkend wonderland. Vorige Volgende