kamer en een koffer van tante Nora met pannen en potten. Hij had ook goede berichten. Ons huis stond nog, de overkant brandde al, maar als de wind zo bleef zou alles nog gered kunnen worden.
Om half zes gingen wij met z'n vieren op weg. Frits, Han, Loekie en An. Eerst naar Heemskerk de bakfiets halen en toen door het Westeinde naar de plaats des onheils. Wat was het druk bij het Ziekenhuis. Op de Groenmarkt zagen wij Rie van Eindhoven en stapte ook in het bakje van de bakfiets. In de Poten kwamen wij de fam. Schippers tegen. In het voorbij gaan werd er geinformeerd of ze allemaal nog leefden. Gelukkig alles O.K. Bij van Eindhoven waren er wel getroffenen. Haar vader lag in het Ziekenhuis met scherven. Han was vermist en zij zelf had scherven in het dijbeen, maar kon er mee blijven lopen. Pa en Ma en 4 kinderen Ridder van Rappard waren vermist. Mevrouw Kamp is ook zoek.
Op de Herengracht begon het al. Waar je keek overal brand. De Boskantkerk was prachtig om te zien. Er steeg nog steeds een brede rookkolom naar de hemel die als het waren vroeg: Waarom moest dit alles?
Op het Bezuidenhout stond tegenover de H.B.S een huis in brand en met moeite konden wij langs het hek passeren, zonder door de uitslaande vlammen te worden gegrepen.
De Helenastraat stond aan de rechter kant heelemaal in de fik. Er was een brandweerman aan het blussen, maar het hielp niets meer.
De pastorie was ook aan het branden. Het huis van de koster ook. Rechts brandde alles en door een waas zagen wij ons huis. Er liep een man steeds maar heen en weer te huppelen. Later bleek het de heer Poortenaar te zijn, de vader van Fred Poortenaar, die waanzinnig geworden was, om het verlies van zijn zoon Bennie en het vermissen van zijn vrouw.
Er was geen doorkomen aan. Steeds stortte er brandende blokken steen naar beneden. Toch wilden Frits en Han nog eenmaal in ons huis zijn en Frits vroeg of wij mee durfden. In geen geval. ‘Dan bij de ingang van het bos gaan staan en niet eerder weg gaan voordat wij er bij zijn’. (aldus Frits)
Met de bakfiets achter hem aan trekkend ging Frits door de brandende Helenastraat en verdween met Han uit onze ogen. Rie van Eindhoven ging met hen mede. Steeds kwam zij terug met wat inboedel. Dan weer een lade met papieren, een koffer met zilver