Davids Psalmen
(1674)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtvrij
[pagina 8]
| |
Ant. Om dat hy ons saalig maakt, ende van onse sonden verlost. Daar beneeven, dat by niemand anders eenige saaligheit te soeken, of te vinden is. 30 vraa. Gelooven dan die ook aan den eenigen saaligmaaker Jesus, die hunne saaligheit, ende welvaart by de heiligen, by henselven, of ergens elders soeken? Ant. Neense; maar sy verloochenen metter daad den eenigen heiland, en saaligmaaker Jesus, of sy schoon hem met den mond roemen. Want van twee een, ofte Jesus moet geen volkoomen saaligmaaker zyn, ofte die deesen saaligmaaker met waaren geloove aanneemen, moeten alles in hem hebben, 't geene tot hunne saaligheit van nooden is. | |
12 sondag.31 vraa. Waarom is hy Kristus, dat is, een gesalfde, genaamt? Ant. Om dat hy van God, den vaader, verordineert is, en met den heiligen Geest gesalft, tot onsen hoogen profeet, ende leeraar, die ons den verborgen raad, ende wille Gods van onse verlossinge volkoomenlik geoopenbaart heeft, ende tot onsen eenige hoogepriester, die ons met de eenige offerhande syns lichaams verloft heeft, en ons met syne voorbiddinge steeds voortreedt by den vaader, ende tot onsen eeuwigen kooning, die ons met syn woord, ende Geest regeert, ende ons by de verworve verlossinge beschut, ende behoedt. 32 vraa. Maar waarom werdt gy een Kristen genaamt? Ant. Om dat ik door het geloove een lidmaat van Kristus, en alzoo syner salvinge deelachtig ben, op dat ik synen naame bekenne, ende myselven tot een leevendig dankoffer hem offere, ende met een vrye, en goede gewisse, in dit leeven, teegen de sonde, ende den duivel stryde, ende hier naamaals, in | |
[pagina 9]
| |
eeuwigheit, met hem, oover alle schepselen regeere. | |
13 sondag.33 vraa. Waarom is hy Gods eeniggebooren soon genaamt, zoo wy doch ook Gods kinderen zyn? Ant. Daarom, dat Kristus alleen Gods eeuwige natuurlike soon is. Maar wy, om synent wille, uit genaaden, tot Gods kinderen aangenoomen. 34 vraa. Waarom noemtge hem onsen Heere? Ant. Om dat hy ons met lyf, ende ziele van alle onse sonden, niet met goud, ofte silver, maar met syn dierbaar bloed gekocht, ende van alle geweld des duivels verlost, ende ons alzoo hem tot een eigendom gemaakt heeft. | |
14 sondag.35 vraa. Wat is dat geseit, Die ontfangen is van den heiligen Geest, gebooren uit de maagd Maria? Ant. Dat Gods eeuwige soon, die waarachtig, ende eeuwig God is, ende blyft, waare menschelikke natuure, uit het vleesch, ende bloed van de maagd Maria, door de werkinge des heiligen Geests, aangenoomen heeft, op dat hy ook Davids waare saad zy, synen broederen in alles gelyk, uitgenoomen de sonde. 36 vraa. Wat nuttigheit komt u oover, door de heilige ontfanginge, ende geboorte van Kristus? Ant. Dat hy onse middelaar is, en met syne onschuld, ende volkoome heiligheit, myn sonden, daar in ik ontfangen, ende gebooren ben, voor Gods aangesigte bedekt. | |
15 sondag.37 vraa. Wat verstaatge by het woordeken, geleeden? Ant. Dat hy aan lyf, ende ziele, den gantschen tyd | |
[pagina 10]
| |
synes leevens op der aarde, maar insonderheit aan het einde synes leevens, Gods toorne teegen de sonde des gantschen menschelikken geslachts gedraagen heeft, op dat hy met syn lyden, als met het eenig soenoffer, ons lyf, ende ziele van de eeuwige verdoemenisse verloste, ende ons Gods genaade, gerechtigheit, ende het eeuwige leeven verworve. 38 vraa. Waarom heeft hy onder den rechter Pontius Pilatus geleeden? Ant. Op dat hy onschuldig, onder den weereldlikken rechter, veroordeelt zynde, ons daar meede van Gods strenge oordeel, dat oover ons gaan zoude, bevrydde. 39 vraa. Heeft dat iet meer in, dat hy gekruist is geweest, dan of hy met een andere dood gesturven waar? Ant. Ja het. Want daar door ben ik seeker, dat hy de vervloekinge, die op my lag, op hem gelaaden heeft, want de dood des kruisses was van God vervloekt. | |
16 sondag.40 vraa. Waarom heeft Kristus sich tot in den dood moeten verneederen? Ant. Daarom, dat van weegen Gods gerechtigheit, ende waarheit niet anders voor onse sonden konde betaalt werden dan door den dood van Gods soon. 41 vraa. Waarom is hy begraaven geworden? Ant. Om daar meede te betuigen, dat hy waarachtiglik gestorven is. 42 vraa. Zo dan Kristus gestorven is, hoe komt dat wy ook moeten sterven? Ant. Onse dood is geen betaalinge voor onse sonden, maar alleen een afdervinge der sonden, ende een doorgang tot het eeuwige leeven. 43 vraa. Wat voor nuttigheit verkrygen wy meer uit Kristus offerhande, en dood aan het kruis? | |
[pagina 11]
| |
Ant. Dat door syne kracht onse oude mensch met hem gekruist, gedoodt, ende begraaven werdt, op dat de boose lusten des vleesches in ons niet meer regeeren, maar datwe onsselven hem tot eene offerhande der dankbaarheit opofferen. 44 vraa. Waarom volgt daar, Needergedaalt ter hellen? Ant. Op dat ik in myne hoogste aanvechtingen verseekert zy, ende my ganschelik vertrooste, dat myn heere Kristus, door syne onuitspreekelikke benaauwtheit, smarten, verschrikkinge, ende helsche quaale, in welken hy, in syn gansche lyden, maar insonderheit aan het kruis, gesonken was, my van de helsche benaauwtheit, ende pyne verlost heeft. | |
17 sondag.45 vraa. Wat nuttigheit geeft ons Kristus opstandinge? Ant. Ten eersten, dat hy door syne opstandinge de dood heeft ooverwonnen, op dat hy de gerechtigheit, die hy, door synen dood, verworven hadde, ons konde deelachtig maaken. Ten anderen, dat wy ook, door syne kragt, werden opgewekt tot een nieuw leeven. Ten derden, dat Kristus op standinge een seeker pand onser saaliger opstandinge is. | |
18 sondag.46 vraa. Wat verstaatge daar meede, Opgevaaren ten heemel? Ant. Dat Kristus, voor de oogen syner jongeren, van der aarde ten heemel is opgeheeven, ende dat hy ons ten goede daar is, tot dat hy weederkomt te oordeelen de leevendigen, ende de dooden. 47 vraa. Is dan Kristus niet by ons, tot aan het einde der weereld, alzoo hy ons belooft heeft? Ant. Kristus is waarachtig mensch, ende waar- | |
[pagina 12]
| |
achtig God. Na syne menschlikke natuure is hy niet meer op aarden, maar na syne Godheit, majesteit, genaade, ende Geest wykt hy nimmer van ons. 48 vraa. Maar zoo de menschheit niet oover al is, daar de Godheit is, werden dan die twee natuuren in Kristus niet van een ander gescheiden? Ant. Ganschelik niet. Want midsdien de Godheit onbegrypelik, en ooveral teegenwoordig is, zoo moet volgen, datse wel buiten haar aangenoome menschheit is, ende persoonelik met haar vereenigt blyft. 49 vraa. Wat nuttigheit geeft ons Kristus heemelvaart? Ant. Ten eersten, dat hy in den heemel voor het aangesigt syns vaaders onse voorspreeker is. Ten anderen, dat wy ons vleesch, in den heemel, tot eenen seekeren pand hebben, ende dat hy, als het hoofd, ons syne lidmaaten ook tot hem zal neemen. Ten derden, dat hy ons synen Geest tot een teegenpand sendt, door welkers kracht, wy soeken 't geene daar booven is, daar Kristus is sittende aan Gods rechterhand, en niet 't geene op aarden is. | |
19 sondag.50 vraa. Waarom werdt daar toe geset, Sittende ter rechterhand Gods? Ant. Dat Kristus daarom ten heemel gevaaren is, op dat hy sich daar bewyse, als het hoofd syner Kristelikke kerke, door welken de vaader alle dingen regeert. 51 vraa. Wat nuttigheit brengt ons nu deese heerlikheit van Kristus, ons hoofd? Ant. Eerstelik, dat hy, door synen heiligen Geest, in ons, syne lidmaaten, de heemelsche gaaven uitgiet; daar naa dat hy, met syne magt, ons teegen alle vyanden beschut, ende bewaart. 52 vraa. Wat troost u Kristus weederkomste om te oordeelen de leevendigen, ende dooden. | |
[pagina 13]
| |
Ant. Dat ik in alle droeffenisle, ende vervolginge, met opgerechten hoofde, eeven den selven, die sich te vooren, om mynent wille, voor Gods gerichte gestelt, ende al den vloek van my weggenoomen heeft, tot eenen rechter uit den heemel verwachte, die alle syne, ende myne vyanden in de eeuwige verdoemenisse werpen, maar my, met alle uitverkoorenen, tot hem, in de heemelsche blyschap, ende heerlikheit neemen zal. |
|