Davids Psalmen
(1674)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtvrij2.Geheiligt zy uw groote naam,
Doch maak gy ons daar toe bequaam.
Uw goedheit, wysheit, trouw, en magt,
Zy heiliglyk van ons betracht,
Op dat daar door uw prys, en eer,
By ons, en ieder een, vermeer.
| |
3.Uw kooningryke koom ons by,
Neem binnen ons uw heerschappy,
| |
[pagina 382]
| |
Bestier ons door uw Geest, en woord,
Maak al des duivels werk verstoort,
Volbouw uw kerk, en slaase gaa,
Tot dat uw ryk volmaakt bestaa.
| |
4.Uw wil geschiede naa haar eisch,
Zo buig ons hart, en alle vleisch,
Op dat, op aard, in vreugd, noch leed,
Sich niemand teegen u vergeet.
Doe elk uw dienst zo gaade slaan,
Als in den heemel werdt gedaan.
| |
5.Geef ons op huiden 't daagliks brood,
Versorg ons lyf voor alle nood,
Op datwe, tot ons onderstand,
Alleen op uwe milde hand
Ons oog geduurig doende gaan,
In eerbaarheit, vernoegt bestaan.
| |
6.Vergeef ons onse schuld, als wy
Uit goeder deugd, met meedely,
Door eenen broederlyken soen,
Aan onse schuldenaaren doen,
Dien wy het quaad, aan ons begaan,
Vergeeven, en van schuld ontslaan.
| |
7.Verlos ons lyf, en ziel altyd,
Van alle quaad, dat haar bestrydt,
Gelyk daar zyn de holsche leeuw,
Ons vleesch, en dees verdorven eeuw,
Doch help ons meest in onsen dood,
Neem onse ziel dan in uw schoot.
| |
8.Want u, die hoog, en laag regeert,
En alles schikt, zo gy begeert,
Behoort alleen het kooningryk.
In kracht is niemand u gelyk.
| |
[pagina 383]
| |
U is de hoogste majesteit,
En heerlikheit, in eeuwigheit.
| |
9.'t Geschiede zoo, en naa uw woord
Zy daagliks ons gebed verhoort.
Doch niemand twyffelt iet daar aan,
Het werdt in Kristus naam gedaan,
Want die is onse middelaar.
Het zy dan amen, jaa, en waar.
|
|