Verhalen uit het land der bokkenrijders en der Teuten
(1978)–J.R.W. Sinninghe– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 85]
| |
Legenden | |
[pagina 87]
| |
Het Christusbeeld van WijkEen noot die een edelman bij het graf van Christus vond en voor zijn dochter meebracht, groeide op tot een noteboom, die op zekere dag openspleet. Uit die holte verrees een kruisbeeld, de zwarte Christus van de Noot. In 1890 kon de bezoeker van de kerk van Wijk, waar het kruisbeeld berust, twee prentjes (zogenaamde santjes) kopen. Het eerste was gedrukt op oud wit papier en droeg de woorden: ‘Cely est le vray pourtrait du Crucifix miraculeux chez les Religieuses dames blanches a Mastricht, lequel est crue d'une noix a la hauteur de six pieds.’ Tot het jaar 1796 is het kruisbeeld namelijk bewaard in het klooster van de Witte Vrouwen te Maastricht. Het tweede prentje, dat wat groter is dan het eerste, is gedrukt op roomkleurig papier en bevat het woord ‘aangeraakt’. Het prentje heeft dus eerst het wonderbeeld aangeraakt voordat het te koop werd aangeboden. Het onderschrift luidde: ‘Ware afbeeldsel van het wonderbaar Christusbeeld ter hoogte van zes voeten uit een noot gewassen en berustend in de Parochiale Kerk van St. Martinus te Wijk-Maastricht’. Dit religieuze prentje was een litho vervaardigd door de firma Leiter-Nijpels.Ga naar eindnoot1.
In de Onze Lieve Vrouwekerk te Maastricht bezat men ‘in de oude tijd’ heel mooie en kostbare vaandels. Om die kerkschatten niet te bederven, vond op een processiedag toen het geweldig regende, de ommegang niet plaats. Maar Maria ging toen 's nachts alleen rond de processieweg. Toen ze terugkeerde was haar wit kleed tot de knieën beslikt, wat nu (in 1890) nog te zien is. Thans heeft elk jaar de processie omtrent half-oogst (15 augustus) met grote luister plaats.Ga naar eindnoot2. |
|