Aanteekeningen.
Onvervulde beloften: (blz. 263) Sinninghe, Noord. Brab. Sagenboek, blz. 61-64), Idem, Overijsselsch Sagenboek, blz. 41-43. Ons Volksleven, III, 91; VIII. 36, 131. de Cock, Vlaamsche Sagen, no. 166. de Cock's Teirlinck, no. 101. 103. Volk en Taal. I, 47; VI, 23. Handwörterbuch des Aberglaubens, III, 505-507. Ortoli, Corse, blz. 333-337. |
|
Vurige Spookhand: (blz. 265) Sinninghe, Overijsselsch S., blz. 42. Idem, Nd. Brab. S., blz. 64. de Cock, Vlaamsche S., no. 163. de Cock's Teirlinck, no. 134. Volkskunde, XIII, 27; XIX, 106. de Cock, Volksgeneeskunde, 334 vlg. Coeckelberg, Heyst op den Berg, blz. 66-70. Ons Volksleven, VII, 115 vlg.; XII, 158 en 176. Handwörterbuch, III, 527-529. (Geisterhand). |
|
Spookhonden: (blz. 281). Sinninghe en Sinninghe-Steenbergen, Zeeuwsch Sagenboek, blz. 81. Sinninghe, Noord Brabantsch S., blz. 75-76. Idem, Overijsselsch S., blz. 66. Huizenga, Gron. Volksverh., 43-44, 57-58, 60, 64-65. K. ter Laan, Gron. Overleveringen, blz. 32, 113-115. v.d. Bergh, Ned. Myth., blz. 210-212. Handwörterbuch, IV, 484-487. |
|
Spookveulens: (blz. 282) Sinninghe, Noord Brab. S., blz. 76-77. Idem, Overijsselsch S., blz. 62. K. ter Laan, Gron. Overl., blz. 33. Huizenga, Gron. V., blz. 30-41, 58, 64-65. v.d. Bergh, Ned. Myth., blz. 212-213. Eigen Volk, Dec. 1935. de Cock, Vlaamsche S., no. 170. Handwörterbuch, III, 165. |
|
Spookhazen en -konijnen: (blz. 283) Sinninghe, Overijsselsch S., blz. 59 vlg. Idem, Noord-Brab. S., blz. 77-78. Sinninghe en Sinninghe-Steenbergen, Zeeuwsch S., blz. 81-82. Huizenga, Gron. V., blz. 44-45, 115. Handwörterbuch, III, 1508-1511. |
|
Heksenvergaderingen: (blz. 287) Sinninghe, Overijsselsch S., blz. 85. Idem, Noord-Brab. S., blz. 87-96. Sinninghe en Sinninghe-Steenbergen, Zeeuwsch S., blz. 97-98. v.d. Bergh, Ned. Myth., 274 vlg. de Cock, Vlaamsche S. no. 9-17. de Cock's Teirlinck, no. 1-16. Handwörterbuch, III, 1880. Sébillot, Folklore de France, table: sorciers. |
| |
Padden-heksendieren: (blz. 299) Sinninghe, Nd. Brab. S., blz. 103-104. Idem, Overijsselsch S., blz. 95. Waling Dijkstra, II. blz. 152-153. de Cock, Vlaamsche Sagen, no. 46-49. de Cock's Teirlinck, no. 22-23. |
Hazen-heksedieren: (blz. 298) Sinninghe, Overijsselsch S., blz. 96. Idem, Nd. Brab. Sagenboek, blz. 108-109. Wolf, N.S., no. 387. de Cock, VI. S., no. 51-52. Volkskunde, XX, 109. Ons Volksleven, IX, 202. Handwörterbuch, III, 1869 vlg. |
|
Heksenprocessen: (blz. 302) Sinninghe en Sinninghe-Steenbergen, Zeeuwsch S., blz. 132. Sinninghe, Noord Brab. S., blz. 115-118. Idem, Overijsselsch Sagenboek, blz. 99-105. Scheltema, Gesch. der heksenprocessen. |
|
Bokkenrijders: (blz. 32) J.J. Michel, Die Bockreiter im Lande vom Herzogenrath (Zeitschr. Aachner Geschichtsverein 1882); H. Pijls, De Bokkenrijders (1925); Bijdragen tot de geschiedenis der hoofdbank Climmen (Maastricht 1906); Sleinada (Daniëls, pastoor v. Schaesberg), Oorsprong, oorzaak en bewijs van een goddelooze bende nachtdieven enz. (Maastricht 1779); De Feller, Itinéraire, II, 500 vlg. Jos. Habets in Publications, XXIV en Th. Dorren in Publications, LXIX, blz. 398 vlg. Jos. Russel, De rooverbenden in de landen van Overmaas enz. (1877). Maasgouw VIII, blz. 49-51.
Als literatuur: L. Hurrelbrink, Jozef Kerkhofs, hoofdman der Bokkenrijders (Amsterdam z.j.); A. Lallemand, Die Mersener Bockreiter (1880); Ecrevisse, De Bokkenrijders in het land van Valkenburg (1876); Frederik v. Eeden, De Bokkenrijders (tooneelstuk). A. Mutzenberg, Die Bockreiter in Herzogenrath. N. Schüren, Die Bockreiter in der Gegend von Valkenburg. L. Janssen, De Bokkenrijder. |
|
|