Woord vooraf.
De Limburger met zijn rijke phantasie is een geboren verteller; in geen enkel gewest leven zoovele sagen en legenden, sprookjes en vertelsels onder het volk. In geen enkel gewest werd ook zooveel opgeteekend door geschiedvorschers en letterkundigen.
Sinds pastoor H. Welters met behulp van zijn vele medewerkers - o.a. archivaris Jos. Habets en Ecrevisse - de eerste, uitgebreide verzameling uitgaf, zijn vele boeken en tijdschriftartikelen over het Limburgsch volksgeloof verschenen van de hand van dr. Jos. Schrijnen, Felix Rutten, Pierre Kemp, Gerard Krekelberg, Th. Dorren, Ad. Welters, wijlen A.F. van Beurden en anderen.
Afzonderlijk noem ik hier H.P. Bours te Banholt, A. Wehrens te Sas van Gent en D. Wehrens te Amsterdam voor de door hen afgestane sagen en voor hun goeden raad; hierbij betuig ik hen mijn welgemeenden dank.
Evenals in mijn vorige boeken (Noord-Brabantsch-, Zeeuwsch- en Overijselsch Sagenboek) streefde ik naar de grootst mogelijke volledigheid; wanneer plaatsruimte mij beperking oplegde, vermeldde ik in enkele regels achter de betreffende hoofdstukken de ongeveer gelijkluidende sagen. Zonder afbreuk aan het geheel te doen, kon ik op deze wijze den folklorist tevredenstellen. Meer dan voorheen heb ik zelf tusschen den tekst richtlijnen aangegeven voor verder onderzoek.