Psalm 107. vers 40, 41, 42 en 43.
Hy stort verachtinge uit, over de Princen, ende doetze dwalen in 't woeste, daar geen weg en is.
Maar hy brengt den nootdruftigen uit de verdrukkinge in een hoogh vertrek, ende maakt de huisgezinnen als kudden.
De Oprechte sien 't, ende sijn verblijdt, maar alle ongerechtigheit stopt haren mondt.
Wie is wijs? die neme [dese dingen] waar, ende datse verstandelijk letten op de goedertierentheden des HEEREN.