Chronologisch woordenboek
(2001)–Nicoline van der Sijs– Auteursrechtelijk beschermdDe ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen
4.3 TussenwerpselsTussenwerpsels nemen een aparte positie binnen de taal in, doordat ze buiten de grammaticale structuur van de zin vallen. Ze hebben geen syntactische verbindingsmogelijkheden, maar vormen op zichzelf een uitroepende zin.Ga naar eind99 Tussenwerpsels tellen binnen de taalwetenschap kennelijk niet mee: geen van de werken waarin de geschiedenis van het Nederlands wordt behandeld, noemt ze. Dat is ten onrechte. Ten eerste hebben tussenwerpsels als woordsoort een hoge ouderdom - klanknabootsende tussenwerpsels worden zelfs wel als (een) bron van het ontstaan van taal beschouwd, zie 3.1. Het Indo-europees kende zeker ook tussenwerpsels, bijvoorbeeld oh, ha, wee, maar of we dergelijke woorden hebben geërfd of zelf gevormd, valt niet uit te maken.Ga naar eind100 Ten tweede zijn tussenwerpsels zeer frequent gebruikte woorden - in gesproken Nederlands staat het tussenwerpsel ja op de tweede plaats van gebruikte woorden, eh op de derde, hé op de 27ste, nee op de 29ste en o op de 53ste plaats (in geschreven Nederlands staan ze op veel lagere plaatsen).Ga naar eind101 Omdat een deel van de tussenwerpsels zo | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 519]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
duidelijk tot de spreektaal behoort, worden ze in teksten maar zelden opgeschreven: het is dan ook geen toeval dat de tussenwerpsels eh of uh, die aarzeling aangeven, pas in 1840 respectievelijk 1900 zijn gedateerd. Zonder de geringste twijfel zijn ze veel en veel ouder. Deze dateringen moeten dus met omzichtigheid worden gehanteerd. Dit alles is voldoende reden om hier aan deze vergeten woorden aandacht te besteden. De ans verdeelt de tussenwerpsels in klanknabootsende (zie daarvoor hoofdstuk 3.1), en niet-klanknabootsende. Die laatste categorie komt hier ter sprake. Deze kan nader onderverdeeld worden in communicatieve tussenwerpels (tussenwerpsels die een spreker en een hoorder veronderstellen), en emotionele tussenwerpels (waarbij geen hoorder aanwezig is of hoeft te zijn).Ga naar eind102 Niet altijd is duidelijk bij welke categorie een tussenwerpsel behoort. Tussenwerpsels kunnen geen vormverandering ondergaan. Wel kunnen ze ter versterking herhaald worden (haha, jaja, nounou; zie de herhalingswoorden in 3.1). Tussenwerpsels zijn de enige woordsoort die kunnen bestaan uit alleen maar medeklinkers (brr, mmm, pf, sst); voorts kunnen ze bestaan uit medeklinkercombinaties die in andere woorden niet voorkomen (mwah) en kunnen ze eindigen op een korte klinker, soms gespeld door klinker + h (ah, ba, bah, hè, joh). Tussenwerpsels kunnen in andere talen dezelfde vorm hebben, bijvoorbeeld mmm als aanduiding dat het eten smaakt; deze aanduiding ligt voor de hand: wat voor geluid kan men anders maken met de mond vol en de lippen dicht? Maar er zijn ook verschillen tussen talen: in Germaanse talen is au! een uitroep van pijn, in Romaanse talen roept men ai!Ga naar eind103 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Communicatieve tussenwerpsels
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 520]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 521]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De meeste communicatieve tussenwerpsels zijn gedateerd in de negentiende en twintigste eeuw, maar zoals al opgemerkt, kan een deel best ouder zijn. De helft van de tussenwerpsels is geleend. Van hola is de herkomst onzeker: het is ofwel ontleend aan het Frans, ofwel afgeleid van halen. Een aparte groep onder de communicatieve tussenwerpsels vormen de groeten:
De meeste groeten dateren van de twintigste eeuw. Meer dan de helft van de groeten is geleend. Dat is niet zo vreemd, want er bestaat een grote behoefte aan variatie - mensen onderscheiden zich graag van anderen - en het is niet zo eenvoudig zelf iets te verzinnen; dan spelen we gemakkelijker leentjebuur. Een aantal groeten komt uit de dialecten: dat geldt waarschijnlijk voor doeg en doei, hoewel dit ook varianten van dag kunnen zijn, en het geldt zeker voor houdoe. Deze groet is voor het eerst eind negentiende eeuw genoteerd. In de jaren veertig was hij in Brabant en Limburg heel gewoon, en in de jaren tachtig is hij over de rest van Nederland verbreid; sinds 1992 staat hij in de gvd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 522]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoi als uitroep (hiep hoi! of hoi hup!) is volgens de Aanvullingen van het wnt iets ouder dan als groet: de uitroep is genoteerd in 1937. Vier eeuwen eerder, in 1552, kwam hoy voor in een gezegde: zij roepen al hoy eer zij over de gracht zijn gesprongen ‘triomferen vooraleer hetgeen men nastreeft is gerealiseerd’. De herkomst van hallo is onzeker: het woord is ofwel ontleend aan het Engels, ofwel afgeleid van halen (net als hola). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Emotionele tussenwerpsels
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 523]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De meeste emotionele tussenwerpsels stammen uit de twintigste eeuw, maar er zijn er toch ook een aantal die al in de Middeleeuwen zijn gedateerd. Het aantal leenwoorden is veel kleiner dan bij de communicatieve tussenwerpsels, maar dat kan ook zijn oorzaak hebben in het feit dat niet zo goed uit te maken valt of er sprake is van een inheemse vorming of een geleende. Het wnt vermoedt bijvoorbeeld dat oh vanwege de overbodige spelling -h geleend is uit het Frans, terwijl o een inheemse vorming is. Ik heb dat overgenomen, maar sluit niet uit dat oh een inheemse vorming is naar analogie van eh en uh. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 524]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ook bij de emotionele tussenwerpsels bestaat een subcategorie, namelijk die van de vloeken, bastaardvloeken en krachttermen. Over dit soort woorden heeft de lexicoloog Van Sterkenburg een boek geschreven, waarop het onderstaande grotendeels is gebaseerd.Ga naar eind104 Onder vloeken verstaat hij godsdienstige en niet-godsdienstige krachttermen ter ontlading van emotie; dit gebeurt door het doorbreken van een taboe. Mijn bestand bevat de volgende vloeken en krachttermen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 525]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opvallend is hoe jong de termen zijn: alle zijn van na de Middeleeuwen. Ze zullen in ieder geval deels ouder zijn, maar niet gedocumenteerd, omdat krachttermen vooral gebruikt werden en worden in de spreektaal en niet zo vaak opgeschreven worden. Maar uit het boek van Van Sterkenburg blijkt dat dat niet de enige reden is. Vloeken zijn ontstaan uit zweren bij God en smeekbeden richten tot God. In de Middeleeuwen belasterde men de namen van God en de heiligen als men niet kreeg wat men wilde, door bijvoorbeeld te zweren ‘bij de wang, de billen van God’. Dergelijke woordverbindingen zijn na de Middeleeuwen allemaal verdwenen. Niet alleen God en de heiligen werden belasterd, men riep ook de duivel (deuvekaters, drommels) of het weer (donders) aan om hulp. Tijdens de Hervorming onderscheidde men opzettelijke en onbewuste godslasteraars. De eersten werden streng gestraft, de tweeden niet. Om straf te ontlopen maakte men vele woordverdraaiingen en verbasteringen van vloeken. Hiervan kennen we nog een groot aantal: gut, goh, potdorie als verzachtende verbasteringen van God, en jasses, jemig, jeminee als verbasteringen van Jezus. Na een tijdje herkende men de oorsprong van dergelijke woorden niet meer, waardoor het onschuldige uitroepen werden van verbazing, afschuw en andere emoties. Eigenlijk behoort het emotionele tussenwerpsel heden ‘uitroep van verwondering of schrik’ hier ook, want dit is een vervorming van Heer of van hemel. Maar ik heb het bij de andere emotionele tussenwerpsels opgenomen omdat het samengevallen is met het bijwoord heden ‘vandaag’ en door de taalgebruikers als variant daarvan wordt gevoeld en niet als bastaardvloek (ook in het wnt wordt het als aparte betekenis van het bijwoord gegeven). Een andere manier van verzachting was om een uitheemse term te gebruiken, met name een Franse: sakkerloot van Frans sacré ‘heilig’, nondeju van au nom de Dieu ‘in godsnaam’, parbleu van (de) par Dieu ‘bij God’. Niet toevallig is ruim de helft van de krachttermen een leenwoord of afleiding daarvan. Vloeken ontleent zijn kracht aan het noemen van een zaak of woord waarop taboe rust. Lange tijd ging het om het religieuze taboe, het ijdel gebruik van de naam van God en de heiligen. Vloeken en godslasteringen waren eeuwenlang identiek. Maar in de jaren zestig van de twintigste eeuw trad grootscheepse ontkerkelijking in, waardoor men andere taboeterreinen zocht. Vloeken is immers zoeken naar de woorden met het grootste taboe. Aanvankelijk waren dat religieuze termen, tegenwoordig zijn het seksuele | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 526]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
woorden die het taboe van de preutsheid doorbreken: klote, kut en uit het Engels fuck en het scatologische shit.Ga naar eind105 Sommige van de bastaardvloeken uit de lijst doen overigens behoorlijk gedateerd aan (blitskaters, sapristi). Toch zijn deze woorden pas in deze eeuw gedateerd, en daarom wilde ik ze niet weglaten. Net als de groeten zijn krachttermen aan snelle erosie onderhevig: de behoefte aan nieuwe is groot. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ConcluderendDe groep tussenwerpsels is, met uitzondering van de klanknabootsingen, niet stabiel. Groeten, uitroepen en krachttermen wisselen elkaar in de loop van de tijd af en verdringen elkaar; de behoefte aan variatie maakt dat we tussenwerpsels in ruime mate lenen, veel meer dan functiewoorden. Van de 193 hier genoemde tussenwerpsels zijn er slechts 82 inheems. Als we de klanknabootsende tussenwerpsels meetellen, verandert de verhouding enigszins, maar het aantal geleende behoudt de overhand: van de 220 tussenwerpsels zijn er dan 102 inheems. Tussenwerpsels zijn duidelijk zeer modegevoelig en hebben vaak een korte levensduur. Ze behoren bovendien tot de spreektaal en worden laat of niet opgeschreven. Ik ben er zeker van dat de groep tussenwerpsels de meeste verbeteringen in de dateringen te zien zal geven van alle categorieën woorden, wanneer er spreektalige teksten en, voor de twintigste eeuw, op band opgenomen spreektaal zouden worden bekeken. |