Inleiding
Bij de totstandkoming van deze bloemlezing gaat onze dank uit naar alle dichters die hun volle medewerking hieraan hebben verleend, waardoor deze uitgave mogelijk werd.
De dichters zijn verspreid over de aardbol: Trefossa (Henny de Ziel), Eugène Rellum, Asjantenoe Sangodare (Michael Slory), Johanna Schouten-Elsenhout, Frits Wols (Fr. Wong-Loi-Sing), Edgar Cairo, en Bernardo Ashetu in Nederland; Corly Verlooghen (Rudy Bedacht) in Zweden en tenslotte Bhâi (James Ramlall) in India.
In Suriname zijn thans Dobru (R. Ravales), Shrinivâsi (M.H. Lutchman), Vene (Drs. Venetiaan), Paul Marlee (P. Nijbroek), Marcel de Bruin (René de Rooy), Orlando (O. Emanuels), J. Slagveer en Thea Doelwijt.
Rudi Kappel is op unieke wijze aanwezig door zijn kort vers, waarin hij welhaast zijn dood voorspeld heeft. De dood die hij vond in het verre binnenland bij een tragisch vliegtuigongeval.
De keus uit reeds gepubliceerde werken is zo gemaakt dat de hier verzamelde gedichten in het algemeen een getrouw beeld geven van de taalkunstenaar. Zoals hij in essentie is; zijn land en volksgenoten bezingt; het verleden tot Leitmotiv maakt van zijn werk, veelal tot Leidmotiv heeft; het dichterschap belijdt; de eenheid afbidt en verheerlijkt; gevaren signaleert; protesteert; oog heeft voor de boeiende en schone natuur van zijn land; zelfs nostalgisch is maar tegelijk zijn hoofd boven de wateren van de poëzie weet te houden. Adem genoeg heeft om voort te leven.
De keus door ons is zo gemaakt dat deze verteerbaar is voor de Middelbare School. Ook de Muloscholen kunnen hiermee een zekere vernieuwing doorvoeren. Het is maar al te vaak een eenzijdige lijst van Nederlandse dichters die het examenprogram siert. Het is maar al te vaak een wereld die de leerlingen nauwelijks aanspreekt, al was het maar om het technische, de toepassing van de zovele rijmschema's, metra en stijlfiguren. Surinaams werk pakt meer de aandacht. Indien de leraar goed geïnformeerd is, zal de overdracht niet min-