Een nieuw sangh-boeck, iuhoudende eenighe psalmen
(1650)–J. Sent– Auteursrechtvrij
[pagina 54]
| |
Op de wijse: Christus du bist dach ende licht,
WY dancken u o Ga naar margenoota Godes Soon,
Dat ghy Ga naar margenootb quaemt wt des Hemels troon.
Door dijne Ga naar margenootc liefde groot en reyn,
Om ons te Ga naar margenootd verlossen ghemeyn,
Wy dancken dy Christus met vlijt
Dat ghy een Mensch Ga naar margenoote gheworden zijt,
Om ons te Ga naar margenootf versoenen algaer,
Met Godt onsen Hemelschen vaer,
2. Wy dancken dy, o hemels Ga naar margenootg licht
Van dijne claerheyt die ons sticht
Ghy quaemt ons hier met woorden soet,
Dijns vaders Ga naar margenooth wil verclaren goet
3. Wy dancken dy Lam Ga naar margenooti Gods bequaem
| |
[pagina 55]
| |
Dat ghy voor ons al hebt Ga naar margenootk voldaen
Die wet Ga naar margenootl en die ghehoorsaemheyt.
Die ons van Godt was opgheleyt,
4. Wy dancken dy, o Christe goet,
Dat gy vergoten Ga naar margenootm hebt dijn bloet
Ende zijt ghestorven Ga naar margenootn die doodt,
Voor ons armen zondaren groot
5. Wy dancken dy, o Jesu milt
Dat ghy den toorne hebt ghestilt Ga naar margenooto
dijn Vaders en verworven Ga naar margenootp vree
Den Hemel is gheopent mee.
6. Wy dancken dy, o Christen Ga naar margenootq Heer
Dat ghy ons seynt van boven neer
Den rechtvaerdich-maeckenden Ga naar margenootr gheest,
Die onse herten Ga naar margenoots reynicht meest.
7. Wy dancken dy, Heer 't samen al
Van dijn Ga naar margenoott weldaet sonder ghetal
V sy Ga naar margenootu lof en eer wijt en breyt,
Altijt in nu en eeuwicheyt.
8. O Godes Ga naar margenootx Soon, wy prijsen dy
| |
[pagina 56]
| |
O Heer en Christ u loven wy
Godt, en mensch Ga naar margenooty geglorificeert,
Zijt altijt gelooft en ge-eert.
|
|