Haspengouwse nederzettingsnamen. Een inleiding. I
(1993)–Jan Segers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Haspengouwse nederzettingsnamen. Een inleiding. | |
0.1.De bedoeling van deze bijdrage is, naar het voorbeeld van soortgelijke overzichten voor andere streken, de bestanddelen en de ontwikkeling van nederzettingsnamen in Limburgs Haspengouw te bespreken. Met ‘soortgelijke overzichten’ bedoel ik vooral het overzicht van J. Helsen voor de Antwerpse Kempen (Helsen 1938), die van J. Molemans voor de Limburgse Kempen (Molemans 1973 en Molemans 1977), dat van M. Gysseling voor Oost-Vlaanderen (Gysseling 1978) en dat van F. Claes voor Oost-Brabant (Claes 1987). Op het VLDN-congres te Aldenbiezen in 1983 heb ik reeds een aanzet gegeven tot de behandeling van waternamen, namen voor onbebouwd land en namen voor bouw- en grasland in Haspengouw (Segers 1984). Het jaar tevoren had M. Gysseling een referaat gehouden over prehistorische nederzettingen in Zuid-Limburg (Gysseling 1983). In Aldenbiezen heb ik de nederzettingsnamen dan ook erg vluchtig behandeld. In deze bijdrage wil ik juist de nederzettingsnamen uitvoerig behandelen. | |
0.2.Wat de materiaalverzameling betreft, heb ik voor het oudste materiaal vanzelfsprekend een beroep gedaan op de gegevens van het Toponymisch Woordenboek van M. Gysseling (Gysseling 1960). Daarnaast raadpleegde ik natuurlijk ook de Limburgsche Oorkonden van J. Coenen (Coenen 1932-1942), Zuidlimburgsche Plaatsnamen van E. Ulrix en J. Paquay (Ulrix-Paquay 1932), de licentiaatsverhandelingen en een doctorale dissertatie in het Instituut voor Naamkunde (zie de overzichten in het tijdschrift Naamkunde en zijn voorgangers en in de bibliografische overzichten in de HCTD), het oudste goederen register van Oudenbiezen (Buntinx-Gysseling 1965). Tenslotte komen heelwat gegevens uit de eigen materiaalverzameling, die ik in de loop van de laatste 15 jaren in de archieven van Hasselt, Tongeren, Luik en Hoei heb bijeengebracht. Een exhaustieve behandeling van de Haspengouwse nederzettings- | |
[pagina 2]
| |
namen is op dit ogenblik onmogelijk. Daarvoor ontbreken nog te veel detailstudies, wat voor een historisch zo belangrijk gebied toch wel verwonderlijk is. Dit verklaart ook de voorzichtige titel: een inleiding! | |
0.3.Het gebied dat in deze bijdrage bestreken wordt is Limburgs Haspengouw, een gebied dat traditioneel uiteenvalt in drie delen, nl. de Demervallei (het gedeelte ten zuiden van de Demer), Droog Haspengouw en Vochtig Haspengouw. Dit betekent dat er een lichte overlapping zal zijn met het overzicht van J. Molemans en dat sommige voorbeelden uit de Demervallei in ons overzicht ook zullen voorkomen. Daarenboven zullen wij in verschillende richtingen al eens over de grens van Limburgs Haspengouw gaan, met name in Waals Haspengouw, waar een aantal oude Germaanse of Nederlandse benamingen voorkomen, afzonderlijk of als onderdeel van doubletten (zie o.a. Draye 1942 en Draye 1943 en een aantal publikaties van J. Herbillon, in sommige gevallen in samenwerking met A. Stevens). | |
0.4.Deze bijdrage valt uiteen in twee grote delen: -enerzijds de eigenlijke nederzettingsnamen of de nederzettingsnamen in strikte zin, d.w.z. namen waarvan de bestanddelen op zichzelf een nederzetting of bewoning aanduiden: samenstellingen met -heem, -zele, -hoven, -stede, enz. en afleidingen van persoonsnamen + een achtervoegsel dat een nederzetting aanduidt, b.v. namen op -ingen (te behandelen in dit nummer van de Mededelingen), -anderzijds andere (nederzettings)namen: natuurnamen, cultuurnamen, namen voor teelten en nijverheid, gebouwen en instellingen, wegen, straten en waterovergangen, voor zover die namen op nederzettingen zijn overgegaan (te behandelen in het volgende nummer van de Mededelingen).
|
|