51. een plaister voor jema[n]d die lang bedlegerig is om't lyf niet deur te leggen van night boudaan
neemt vier loot van't beste schaape vet wel klyn gesneden en in een nieuw pottje gedaan doet daar by ses a seven lepelen water laat sagjes uyt braaden tot dat het klaar is giet dan door een schoon doeckje doet daar by twee loot ongepynt was een loot salf van roose smelt het saamen onder een en smorgens en savonts de patient met een veertje doen warm gemaackt daar mede smeren en als reets deur is moet men een feyn lapje in de salf doen en een plaister daar van opleggen is sonder weerga