Uitvindingen der liefde Godts
(1763)–Henricus Schynckele– Auteursrechtvrij
[pagina 2]
| |
[pagina 3]
| |
Wat zal immers Godt u weigeren, denwelken gy met eene gestadige liefde hier in dit leeven zo hebt bemint, dat den heiligen brand deezer liefde ook op uw aenzigt wiert bemerkt, en de teekens daer af door gansch uw lighaem wierden verspreit? Gelyk in uw leeven schryft P. Hieronymus Platus het V. kapittel. Gy doet te Roomen nog dagelyks mirakels; maekt dog, dat hier in Nederland Godt zo gekent worde, dat Hem te beminnen het eenig voorworp zy van ons doen, en laeten. Maekt, dat alle, die dit Werkje zullen leezen, ondervinden, dat het eene nieuwe Uitvindinge is van de Liefde Godts; dat sy met de goddelyke Liefde worden vervult, en dat sy alle hunne werken doen ter Liefde Godts. |
|