Het Rijk van Nijmegen. Westelijk gedeelte
(1982)–A.G. Schulte– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 374]
| |||||
Afb. 485. Kaart van een gedeelte van Alverna volgens een kadastrale opmeting uit 1920.
| |||||
[pagina 375]
| |||||
Alverna
| |||||
Archeologische vondstenGa naar margenoot+ Ten zuiden van het Wijchense Ven op een terrein aan de Heumense Grintweg zijn in 1932 door de Wijchense amateur-archeoloog Frans Bloemen sporen gevonden van praehistorische woningen. Het onderzoek werd voortgezet in de zomers van 1933 en 1934 onder leiding van dr. Bursch uit Leiden. Uit de configuratie van de aangetroffen paalgaten bleek, dat de meeste huizen een rechthoekige plattegrond met afgeronde hoeken hebben gehad en een haardplaats in het midden. Er zijn echter ook vierkante en ovale plattegronden aangetroffen. - Literatuur. F. Bloemen, Praehistorische woningen te Wijchen, o.m.r.o.l., Nieuwe Reeks xiv (1933), blz. 5-9; F. Bursch, Germaansche huizenbouw, o.m.r.o.l., Nieuwe Reeks xvi (1935), blz.25-37.
Ga naar margenoot+ Op de terreinen tegenover het klooster Alverna heeft Frans Bloemen in 1929 een Romeins en Germaans grafveld opgegraven. - Literatuur. F. Bloemen, De Oudheidkamer te Wijchen, De Maasgouw 1930, blz.6-7; F.C. Bursch, Onze urnenvelden, o.m.r.o.l., Nieuwe Reeks xxiii (1942), blz.48-77. Tweestromenland nr. 9 (1970), 16. | |||||
WatersnoodmonumentAan de Graafseweg tegenover de molen ‘Schoonoord’ staat een eenvoudig gedenkteken ter herinnering aan de watersnood van 1926 en het bezoek van h.m. Koningin Wilhelmina aan het rampgebied. Het monument bestaat uit een granieten sokkel, waarop een obelisk is gesteld die een smeedijzeren koningskroon draagt. Op de obelisk staat de inscriptie: Quae prima in honore / Quae prima in amore / watersnood 1926. | |||||
Klooster AlvernaIn de wintermaanden van 1980-1981 werd het klooster van de Franciscanen aan de Graafseweg gesloopt. Het complex, genoemd naar de Monte La Verna waar St. Franciscus werd gestigmatiseerd, bestond uit een aan St. Jozef gewijde klooster- en parochiekerk (afb.486) en aangrenzend kloostergebouw in 1887 opgetrokken naar ontwerp en onder leiding van architect-aannemer P.T. Stornebrink. | |||||
Bronnen
| |||||
[pagina 376]
| |||||
Afb. 486. De in 1980 afgebroken kerk van het Franciscanenklooster ‘Alverna’ gebouwd in 1887 naar ontwerp van P.T. Stornebrink (opn. 1979).
| |||||
GeschiedenisOp 23 juni 1886 werd op een in Wijchen gehouden vergadering van het hoofdbestuur van de Provincie der Franciscanen besloten over te gaan tot de bouw van een nieuw klooster ter verlichting van de overbevolkte Franciscanenkloosters in Weert, Megen, Venray en Maastricht. De oud-provinciaal pater Dominicus de Bruin en de Wijchense pastoor, pater Johannes van Lieshout o.f.m. vormden samen de bouwcommissie, maar eerstgenoemde trok zich al spoedig terug. Op 30 juni 1886 kocht Van Lieshout van de Wijchense burgemeester M. Waszink voor f 1700, - een bijna 4 ha groot terrein op de hoek van de Graafse Baan en de Leemweg. Op 12 september keurde het kapittel te Venray bestek en tekeningen goed. Het werk was gegund aan Cornelis van Dijk en Petrus Thomas Stornebrink. Van Dijk heeft zich al vrij spoedig teruggetrokken; Stornebrink ging alleen als architect en uitvoerder optreden. Hij concipieerde het gebouw en het meubilair als één geheel. In Wijchen had hij in de oude dorpsschool aan het Marktplein een werkplaats voor beeldhouwers en timmerlieden, die onder leiding stond van de Bossche beeldhouwer Petrus Adrianus de Leeuw, die leraar in Arnhem was, maar van 1887 tot 1892 vanwege deze opdracht in Wijchen woonde. Op 4 oktober 1886 legde pastoor Van Lieshout de eerste steen van het door hem ‘Alverna’ gedoopte klooster. De eerste steenlegging van het kerkgebouw vond plaats op 19 maart 1887. In twee jaar tijds is het gehele complex voltooid. In 1932 zijn door de architect J. Kayser aan de achterzijde van het klooster drie vleugels toegevoegd en werd het interieur van het paterskoor gewijzigd door de afbraak van het hoogaltaar en verwijdering van het koorgestoelte, dat grotendeels naar Maastricht en deels naar Haarlem werd overgebracht. | |||||
[pagina 377]
| |||||
Afb. 487. Graafseweg nr. 370. Boerderij ‘De Soetenborn’. Tekening naar opmeting van architectenbureau Roelofs en Smits, Nijmegen.
Ga naar margenoot+ De neogotische kloosterkerk bezat een driebeukig schip van vijf traveeën, een dwarspand en een vier traveeën diep éénbeukig koor, dat driezijdig was gesloten. De eindgevels van schip en transept bestonden uit trapgevels. De oorspronkelijk in het plan opgenomen torens aan de ingangszijde mochten op last van hoger hand niet worden uitgevoerd omdat het geheel een te weelderig aspect zou krijgen en te kostbaar werd. De zinken torenhelmen waren als het ware direct op de onderbouw van de torens geplaatst. Inwendig is geglazuurde baksteen toegepast aan basementen, kapitelen en als bandversiering in pijlers, ribben en sierlijsten. Het klooster bezat gevels met eenzelfde wilde detaillering, die in de loop der tijd tot een minimum werd beperkt. Tot deze versobering werd men gedwongen doordat veel sieronderdelen losraakten en gevaar opleverden. Van het kerkgebouw rest thans, op de houten vieringstoren na, niets meer. De inventaris is voor zover behouden deels opgenomen in de kapel van de ter plekke van het voormalig klooster gebouwde verzorgingsflats voor religieuzen en de nieuwe parochiekerk van Alverna. Van het kloostercomplex rest slechts een bijgebouw en een deel van de tuinmuur. | |||||
[pagina 378]
| |||||
Afb. 488. Munnikhofweg nr. 29. Boerderij ‘Munnikhof’. Tekening naar opmeting van architectenbureua Heineman, Vos en Ten Broeke, Velp.
| |||||
BoerderijenGa naar margenoot+ Graafseweg nr. 370. ‘De Soetenborn’. Nabij de Boschkantweg staat de blijkens jaarankers in de voorgevel uit 1704 daterende boerderij ‘De Soetenborn’ (afb. 487). Tot aan de verbouwing tot woning in 1972 was deze langgerekte boerderij niet alleen uiterlijk, maar ook inwendig een van de meest gave voorbeelden van een grote gemengd-bedrijfboerderij op de zandgrond. Het witgepleisterde woongedeelte en het opvallend langgerekte bedrijfsgedeelte met dwarsdeel en grote koestal gaan schuil onder een met riet en dakpannen spiegels gedekt afgewolfd zadeldak. Inwendig is er een grote schouw met tegelwanden aan twee zijden. Kleine kelder met tongewelf in de rechter zijbeuk van het voorhuis. - Literatuur. Camps 1956, afb. op blz. 153. - Opmeting. s.h.b.o. nr. 99 door H.J. van Bron (1962); Schets en uitgewerkte tekening van K. Uilkema, k u iii-iiia collectie s.h.bo., Arnhem. | |||||
[pagina 379]
| |||||
Afb. 489. De korenmolen ‘Schoonoord’, 1887 (opn. 1979).
Ga naar margenoot+ Munnikhofweg 29. Aan de bosrand ten zuiden van het Wijchense Ven, even ten westen van de Dam, staat een kleine boerderij Munnikhof (afb.488) onder afgewolfd zadeldak met riet en pannen gedekt. Opmerkelijk in het interieur is de bakoven op de deel, die met de schouw in de woonkamer een gemeenschappelijke schoorsteen heeft. Bij de verbouwing in 1974 werd de oorspronkelijke indeling gewijzigd en tevens een verdieping ingebracht over het gehele voormalige bedrijfsgedeelte. | |||||
Molen SchoonoordOp een belt aan de Valendriesweg nr. 295 staat de in 1857 gebouwde windkorenmolen ‘Schoonoord’ (afb. 489). Jaartal en naam vindt men op plankjes in de steigergaten van de romp. De ronde bakstenen romp heeft een houten kap en ijzeren wiekenkruis en staart. De molen is afkomstig uit Zieuwent bij Lichtenvoorde en vervangt een standaardmolen die in 1887 door brand is verwoest. Op de as staat: L.C. van Enthoven en Co 1861 No 277. De molen is in een novemberstorm in 1940 afgebrand, nadien hersteld en in 1965 gerestaureerd. - Literatuur. Camps 1956, blz. 242; Gelders Molenboek blz. 602-603. |
|