Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 3(1765)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 238] [p. 238] Jesus, 't waare Beër, of Toevlugt van een bestreeden ziel. Waar berg ik mij? Waar zal ik vlugten? 'k Moet dood en graf, en af - grond duchten: Hier schiet mijn kragt, en moed te kort. Wie zet den stroom des vij-ands paalen? Hij bruischt als d' Ar - non, die in 't daalen, Niet vloeit, maar van een steil-te stort. En raakt Gods gramschap aan het blaaken; 'k Zal gansch versmacht, ten ende raaken. Hier zink ik wech! Ik kan niet meer! Ver - legen ziel, daar's hulp gevonden! Zie Beërs bron, in d' o-pen wonden: Hier stroomt het bloed, en't water [pagina 239] [p. 239] neêr. Im - manu-ël! O Bron van't leven! Zal Be-ërs wel, ons water gee-ven? Ja. Beërs bron springt mild, en juicht. Springt, wat'ren, vloeit in Kanaans wei-en, Daar u's Wetgevers staven leien. Dit's 't Land, waar van Gods woord getuigt. O zalig woord, Gij schenkt dees staven! Wie dorstend hoort, Zal JESUS laa - ven! Vorige Volgende