Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 3(1765)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina LVII] [p. LVII] Waarmond, veldzang. op het zelfde onderwerp. WAARMOND zal aan d'Amstel zingen! Hij zingt hemelmelodij. Zet hem geest en kragten bij, Goel, hoofd der veldelingen; Geen gerucht van ach of wee, Stoor' zijn zang, of rust van 't vee. Neen! doc Hem dat veilig leiden, Groote Herder, in Uw kragt, Die hem in de lommer bragt, Langs Uw klaverrijke weiden: Daar zijn zevenmondig riet, Deunt Uw heerlijk Bruiloftlied. Hij zal Uwe schoonheid melden, Welke al 't schoon de schoonheid geeft. Luister toe wat adem heeft; Luistert dreeven, boschen, velden; Luister al 't geschapendom; WAARMONDS zang is wellekom! Hij, houdt de aandacht thans gevangen! 'k Had mijn fluit, in 't zwart gebukt, En door tegenheên gedrukt, In mijn stulp lang opgehangen. 'k Grijp de ruispijp met mijn hand, Op deez' toon weêr van den wand. [pagina LVIII] [p. LVIII] Welkom, toon die mij bekoorde, Van 't verrukkend maatgezang. Welkom, WAARMOND, dien ik lang In zijne Eng'lenklanken hoorde. Welkom nu ten derdenmaal; Welkom zij uw zielsonthaal. WAARMOND, afgericht op speelen, En geleerd in 't heiligdom; Zing van Bruid en Bruidegom. Wien zou zulk een klank verveelen? Zing geduurig vrij en blij; Zing nog lang aan 't scheeprijk Y. Drijf uw teêrgeliefde schaapen, Langs den zilv'ren waterstroom, In de schâauw van 's Levens boom. Leer hen, 't spoor der herdersknaapen Volgen, op het zoet geluid Van uw euangeliefluit. Tot ge in zaliger landouwe, Salems vetten heuvel ziet. Hier zingt gij van 't flaauw verschiet; Daar zult gij van Goels trouwe, Altoos zingen voor en na, 't Eeuwig groot Hallelujah. JOHANNA BARTRANDA TEGNEUS Weduwe Asendorp. Vorige Volgende