Tom zat te staren op de brief. Toen zei hij:
‘Dat zou toch vreselijke pech zijn, hè?’
‘Waarom dan, jongen?’ vroeg tante Foke.
Thijs legde het tante uit en hij sneed daarbij danig op over het voetballen van Tom.
‘Het is 'n oer-onderscheiding, tante!’ zei Thijs enthousiast. ‘De andere jongens van onze klas spelen allemaal nog in het vierde of het vijfde! En Tom is al gevraagd voor het tweede!’
‘Nou ja,’ merkte Tom bescheiden op, ‘dat komt, omdat ik toevallig met Eddy Loomans zo goed samenspeel!’
‘Ja, dat is ook 'n puike voorwaarts!’ legde Thijs tante uit. ‘Eddy speelt links binnen!’
‘Zo, zo, is dat ook zo'n goeie?’ vroeg tante belangstellend.
‘Nou, en of! De goalgetter noemen ze hem bij A.F.C.!’
‘Wel, wel!’ zei tante, een en al bewondering, alsof ze het fijne er van begreep. ‘Kranig, hè, Koosje?’
Tant Koosje knikte. Zij was minder enthousiast, omdat ze gehoord had, dat voetballen zo'n woest spel was.
‘En tegen wie zou je nu moeten spelen, Tom?’ informeerde tante Foke.
‘Tegen H.B.S.!’
‘Ook 'n eerste klas club!’ lichtte Thijs tante in.
‘En rekenen ze nou op je, Tom?’ vroeg tante Fokeliene weer.
‘Ja, eigenlijk wel, tante!’
‘Nou, zou het dan niet gaan, jongen?’
Tom wist niet, wat hij hoorde. Weer golfde het bloed naar zijn wangen. Hij sprong op en riep uitgelaten:
‘Zou ik mogen, tante?’
‘Wat zeg jij, Koos?’ vroeg Fokeliene.
‘Als jij 't goed vindt!’ was Koosje's antwoord.
‘Dus het mag?’
Tom gilde het zo hard, dat tante Koos haar oogjes van schrik dicht kneep.
Op eens viel Tom tante Foke om de hals.
‘Dank u wel, tante, dank u wel! Ik vind het reuze!’ riep hij en hij plakte eerst een zoen op tante's rechter en daarna één op tante's linker wang.
‘Mag ik dan ook mee?’ vroeg Thijs.
‘Moet jij dan ook meespelen?’ informeerde tante Foke, daarmee het bewijs leverend, dat zij nog niet veel notie van voetballen had.
‘Nee, tante, maar als supporter!’ lichtte Thijs in.