Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

[1735]

(2824)

1735 dingesdags morgens den 14 juny bij Jouwe Sitzses pottebacker sijn wif Gerrtie Geritz Bootie. Een soon. Ginck wel. Ginck 6 wecken over har reckening.

2-10

(2826)

1735 sondagen morgens den derden jully bij Hoyte Wessels arbeyder sijn wif Geesken Reyner Aaykes docht[er] een seer grotte soon gehalt. Seer swar.

2-2

(2828)

1735 den 27 jully wonsdag bij Sibe metzelar sijn wiff Antie. Bevont dater een grott waater war, dog blodig. Durde des nachtes. Qwam hastig. Kreg het allen. Het was doodt. Een het hooft waaterig een het gehele ligam vant kint waterig. Alle het velle dar of en war all verrott. Een soon dood. De moder [...].

3-

(2832)

1735 den 13 saaterdag augustus bij Zitse [...] schutemackers-knecht sijn wijf Elske Ucke Moys dochter. Tallemde lange. Schlecht arrbeit. Een grotte soon.

1-8

(2834)

1735 den 18 donderdag bij Henderick Sanstera sij[n] wif Frou Hincke. Ser narbandig. Een sware reys. Een grotte son.

2-10

(2835)

1735 den 18 augustus donderdags butten de Hansportt bij Harmen Sibes meyst[e]r timerman sijn wif Menke. Een sware reys. Een seer grott kint. Sat met sijn schouders vast. Arbeyd ick schrickelick. De Here hollp ons.

2-4

(2836)

1735 den 29 augustus maandag aven gehalt butten de Hansporrt bij Ellke Tamson steenhouwer sijn wif Auwkye. Een grot kint. Een sware scheyding. Een doch[ter].

-.-

(2837)

1735 den 30 augustus dingesdag bij Sicke Hubers sijn wif Saapke sijnde een leerbereyder. Suckelde een ur of vyr. Het arrbeyt nae boven. Een grotte son.

1-

(2838)

1735 dingesdags nachtes den 31 augustus bij Pitter Nannes sijn wijf Euva. Tallemde lange. Hondegis[eler].

1-16

(2839)

1735 den 31 augustus wonsdags morgens bij Jan Janssen menist en verschiter, een hellepbacker sijn wif Lolleckie. Een seer grotte soon.

2-

(2840)

1735 den 1 september sondages morgens nae dat ick saaterdags avens gehalt wyr bij Jorgen Tijssen, sijnde de moelenar op de Hansporte sijn wijf Stijntie Jan Ydes dochter. Een scheeve baarmoeder. Een swaren moyelijcken arrbeit. Een dochter.

2-12

(2841)

1735 den 7 september gehalt bij Teyrck Hoogacker lackenkoper en een vlaswinckel sijn vrouw Tetzke. Een miscram.

1-8

(2846)

1735 bij de baecker dingesdags den 4 ocktober sijn vrouw Lutzke

[p. 175]

van 2 jonge dochters verlost. Qwame[n] bijde rechtverdig. Van 7 maanden dracht.

4-

(2847)

1735 den 7 ocktober frijdagen nach bij Kurt Zyrx meyster schomacker sijn vrouw Anna. Een docht[er]. Een sware reys. Een scheve barmoder. Met sijn angesigt nae boven. Seer swar, doch alles wel.

(2849)

1735 den 9 ocktober sondag bij de timmerman Jan Mus sijn vrouw Dywk Teyrtz. Tallemde lang. Den geheelen dag. Het arbeit nae boven. Een doch[ter].

2-16

(2851)

1735 wonsdag den 12 ocktober bij Lutien Kuper sijn wijf Siwke. Seer hastig. Een soon. Een sware vloet.

2-

(2853)

1735 wonsdags nachtes den 3 november bij Meelis Ubeles wif Marrtie. Hastig. Een soon. Sij leveden gescheiden van malkander.

2-

(2856)

1735 saaterdag den 12 [november] ouwt Allerheylygen bij Teirck Jans meyster backer sijn wijf Cathrina. Een soon. Tallemde de heele dag. Het arbeit al na boven met benauwtheit. In eynde verloste met 2 vlagen. Alles wel.

4-

(2858)

1735 den 30 desember is mevrouw Bouwijne van Bormania husvrouw [van] de weledel Hessel Douwe van Ayluwa gritman over Westdongerdel fridag avens bevallen van een dode dochter. Bleef op de reys. En hade sij en ick het seer swar. Lag het kint seer qwalick met de ruge vor de geborte, doch mevrouw seer gesont. Hyr van fiftig gullden. Ben dar 6 wecken gewest. Hebe 10 vrouwens versumt.

50-