Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

[1732]

Dit vorleden jaar 1731 is in seegeninge ter eynde gebracht. En Uwen naame sij loff en danck. O Her, nu sullen wij so met dit niwe jaar van 1732 in des Heeren naam weederom beginnen. O Heere, Uwen grotten naame sij geloft en gedanckt vor alle Uwe seegenige en welldaden dy ick van U vaderlic[ke] baremhertigheit ontfangen hebbe in dit vorleeden jaar. Ach Heere Heere, wilt mij nu ock met dit niwe jaar wederom kronen met niwe seegen en vaderlicke lievede en baremhertigheden in desen mijnen hoogen ouwder[dom]. In den naame des dry enigen Godes, Vader, Son en Heyligen Gestes bidde ick U, willt mij chrachten en sterrckte verleenen in mijn hoogen ouwderdom. En geven mij wisheit en vorsigtigheit in dit hoogwigtig werrck. En wilt mij met Uwen godelicken seegen overstorrten. En wilt mij en de elendigen verhoore in de ure der benauwtheit als wij tot U ropen. Straft mij doch nit om haare sonnde noch ha[ar] om mijne sonnden wille. Dit bidt U arrme dinstmaagt, willt mij dit doch geven, o barem[hartige] Godt en Vader, om Uwes lieven soons Jesu Christy wille, aamen. Dat sij so in hoope en gelove.

Catharin[a] Ger. Schraders 1732 in mijn 77 jaar.

(2610)

1732 den 1 januwary bij Henderick Jackops royle but sijn wif Lisbit gehalt. En hadde een seer sware geborte. Hadde dar seer veele me te doen. Doch de Heere sij gedanckt, nog alles ten

[p. 164]

bessent. O Heere, U sij danck geseit tot in der ewigheit. Een dochter.

2-10

(2612)

1732 den 5 januwary saaterdag bij Jonas rutter sijn wiff gehalt Lisbit. Bevont dat het met sijn sijde met het eene bill qwam. Kreg de vooeten, kerde het met het angesigt nae onderen. Blef evenwel met sijn hooft besloeten in de baarmoeder. Most ick schrickelick arbeyd[en] eer ick het magtig wyr. En most so sijn leven laaten. Een dochter. O Heere, bewar mij doch vor sulck.

2-

(2615)

1732 ben ick den 18 januwary gehalt bij Jan Filipes Pantekras schutemackers knecht sijn Anntie. Haar een soon gehalt. Swaar.

1-10

(2621)

1732 saaterdag den 9 feberwary bij Jan Pitters treckschiper op Strobos sijn wiff Trintie Anderis. Een dochter. Tallemde lang. Most haar antasten. En ginck doen reedelick. Een docht[er].

1-4

(2623)

1732 den 19 feberwary des nachtes gehalt bij Boote Isebrantz torfschiper sijn wif Hilltie Fopes. Bevont een scheve baarmoeder. Was al hoog op haar jaaren. Een sware verlosinge. Een groot kint. Hadde dar veel me te doen. Kreeg doen een schrickelicke vloet. Lag sonder kennisse. Een [...].

2-

(2626)

1732 den 6 merrt dondag bij Cornelis Jans stovenkoper schutemacker sijn Grittie Minnes [...] ne Sibes dochter. Bevont dat het waater al weg was ent kint met sijn ersie op de sijde. Schickte het tot degeborrte, mar sijn sackie satt lange in de geborte. Hade dar veel muyte me. Qwam noch reedelick well. Een soon. Het twede brrack ick het waater. En qwam het twede hastig en recht tot de gebort. 2 Brave jonges.

4-4

(2627)

1732 den 7 merrt gehalt bij Frerick beesemmacker sijn wiff Trintie. Haar een grotte soon gehalt.

2-2

(2628)

1732 den 8 mert bij Aadel Jans wolkammer en packh[uisknecht] sijn wijf Ninke. Een dochter. Tallemde de heele nacht. Doch ginck eyndelick noch well. Een dochter.

2-

(2630)

1732 den 11 mert dingesdaag Femme koopman sijn wiff Lisbit Cornelias dochter. Een soon. Tallemde heel lange. Doch ging int lest noch well.

3-

(2637)

1732 den 25 merrt dingesdag bij de vroetzman backer, ock meyster backer, sijn vrouw Lisbyt Reyners Synya. Een soon. Ging, de Heere sij gedanckt, well.

4-

(2640)

1732 den 12 april Pasavent frijderdag avens gehalt bij bij Ducke Jans meyster schuytemacker sijn wijf Trinti. Bevont datter een sware reys vorhanden war. Een scheve barmoder en het kint met het angesigt nae boven. Durde tot des ander dags avens Een ver-

[p. 165]

varlick schricklicke verlossinge. Het vil ons beyde seer swar. Doch was noch alles well vor moder en kint.

3-10

(2641)

1732 frijdag den 18 april bij Danyel meyster knopmacker sijn wijf Ant[ie]. Een swar reys. Een scheeve baarmoder. Durde de geheele nacht. Een dochter. Alles well.

1-8

(2643)

1732 den 26 april bij Harmen Borke byrdrager sijn wij[f] Morke. Een dochte[r]. Saaterdags. Heel hastig.

1-10

(2646)

1732 den 28 april maandag bij Wytse [...] grott schiper Trintie de Bol. Een soon. Durde lang. War seer bestrengt. Het arbeit nae boven. Een soon.

3-17

(2647)

1732 den 30 april wonsdag bij Marrten [...] sijn wijf Rickxt Soetekauw 2 dochters hastig gehalt. Qwamen bey verkert. En hebbe har beyd bij de voeten gehallt. Ginck hastig. 2 Grotte kinders.

3-

(2650)

1732 den 16 mey gehalt bij de callckmans vrouw butten de Hansport datze een myskram hade. Acht daagen dar nae verloste se weer van een meysie. Har wat ingegeven om de naegeborten of te driven. Noch ens wat gesturt.

2-2

(2651)

1732 den 21 mey wonsdag avent bij Marrten Asyes[...] mayor sijn vrouw Gertruyt Sibelyus. Een soon gehalt, genamt Tecke. Hemelvartzdag smorgens een ur.

4-

(2653)

1732 maandag avent [26 mei] ben butten de Hansporrte gehal[d] bij Woopke Mellis een schuytemacker sijn wiff Cey. Bevont het met sijn rugie scheef, met het eene bill vor de geborrte qwam. Brocht het met de vooeten vor. Hadde ick en sij het swar, will het hofft swar, volgde. Doch alles well. Een soon.

3-2

(2654)

Van Antie, een Westvalse schinck[ster?]. 1732 den 27 mey dingesdag bij Jan Benyamins wever sijn wijf Antie 2 soons gehalt. Het erste qwam wel, mar tallemde lang. Was gen arbeit. Het leste qwam met sijn rug vor. Sogt de vooten, kerde het. Gynck hastig. Alles wel vor moder en kint. Grotte kind[eren].

1-10

(2658)

1732 den 17 juny dingesdags morgens butten de Hansport op de Streek bij Anderis Clas Vrysie soon slagter sijn wijf Catarina. Tallemde lange. Een soon. Ginck swar.

2-14

(2659)

1732 saterdag den 27 morgens bij Geeske Reyners weduw van Goykie rogemeeter. Een dochter. Een sware scheyding. Satt met sijn schouders seer vast.

-.-

(2660)

1732 den 27 juny saaterdag avent bij Merrten Reyners wollkammer sijn wijf Gerrtie. Tallemde de heele nacht. Een swar kint. Een dochter.

1-8

(2662)

1732 den 2 jully gehalt wonsdag bij Evert Danyels fisser sijn wi[f] Alltie Kurtz. Bevont [dat] het waatter al weg was. En lag het kint met sijn rug seer geperst. Kreg het beswarlick met de voeten tot

[p. 166]

de geborte. Ick arbeyde boven mijn cragtten. Een dode dochter. De vrouw wel, doch hadde ock swar. O Heere, beware mij int tokomende.

2-

(2667)

1732 den 25 op Sunt Jackop bij Harmen Derckx wollkam[m]er sijn wijf Grittie. Een soon. Seer grott. Ginck reedelick. En was 2 mal met Rimke en Frans Bergen verlost.

1-10

(2668)

1732 den 28 jully gehalt bij Pouweles Scheltes een arrbeyder sijn wijf Mayke. Hadde weynig ontsluting. Een weynig arrrbeyt. Most het alles dor de konst helpen. Durde van maandags avens tot dingesdags midags. Het war een sware, muyelicke verlosing. Satt vast. Most het dor de konst en grotte muyte hellpen. Hadde het hast overgegeven, mar dor des Heeren hulp kreg het eyndelick. Een kleyn kint doch rechtverdig. Bevont datter noch een war. Qwam met beyde handen vor en het hoft. Kerde het. Kreg het met de voeeten. Doch war all doodt. Beyde soons. O Heere, bewar mij vor de sulcke in tokomende. De vrouw vart well.

1-2

(2672)

1732 den 18 augustus bij Hanne Ubeles hospes an de Wouwtport in Den Hollansen Tun sijn wijf Liwkie. Een muyelicke rey[s]. Tallemde lang, dor dyn het arrbeyt nae boven was ent kint seer woellde. Doch eyndelick geluckte. Een dochter.

2-10

(2674)

1732 den 24 augustus sondag op Barrtelmeusdag bij Jan Brogman ostyndyvarder sijn wijf Yttzke Douwes. Een jonge dochter. Tallemde lang. Een swar kint.

1-10

(2675)

1732 den 26 augustus maandag bij Anna Gerrtz wyns man een varensgesell is, genamt [...]. Een swar reys. Qwam met handen een voeten met het hofft als een kloet gelick in de geborte. Een seer sware reys. Een most so geboren worden. Een dochter.

3-6

(2677)

1732 den 27 augustus wonsdag bij Johanes Rickx treckschiper sijn wijf Geesks Dyters. Een sware reys. Tallemde lang. Een soon.

2-12

(2679)

1732 saaterdag den 30 augustus gehalt bij [...] Gretz har soon, sijnde een pannebacker een een spölman, sijn wijf Neeltie Anderis. Een soon. Een sware reys. Qwam het kint met sijn voeties nevens sijn hofye. Tallemde lang. Een sware reys. Sij was seer veet.

1-8

(2681)

1732 den 5 september frijdags nachtes gehalt bij Alle Sickes gorrtmacker sijn wijf Hycke. Een dochter. En satt de naegeborte seer vast. Most het met stucken en brocken ofhaalen. Seer swar. Alles well.

3-3

(2682)

1732 den 6 september hebbe een törrefschipers vrou verlost van een dochter. Sullende van Gronige nae Amsterdam [varen] nae

[p. 167]

har man qwam haar het arrbeit int Groniger schip na. Mosten tot Dockum bliven.

1-8

(2685)

1732 den 14 september gehalt bij Anne Bouwt kuper sijn vrouw Janke Voy. Een soon. Sware reys.

2-10

(2686)

1732 den 16 september bij Keesie Jackop Fytelties soon scholaper sijn wif Lisbit Hoogacker. Een dochter. En hade het kint een swar acksident op sijn rug met een sirrkel van eelt bewassen als een duckaton, met een waater vlys dar over de ruge groet bloet. Seer jamerlick.

1-10

(2688)

1732 den 20 september sondagdags nachtes gehalt bij Teirck Jans backer sij[n] wijf Catharina. Tallemde lange. Een brave soon.

3-

(2690)

1732 maandag den 28 september bij Jan Aarens korrfmacker sijn wijf Rimke, Blauw Agt har dochter. Tallemde lange. Een soon.

2-6

(2693)

1732 den 17 frijdag nachtes bij een arrbeyders wijf Jan Kroyt Willemken. Tallemde lange. Een soon.

-.-

(2698)

1732 den 22 ocktober butten de Hansporrte bij Ellke Arryans Tamson steenhouer sijn wijf Sugloobers dochter Auwkie. Een soon van son van seven maand[en]. Haade een sware vloet vorof, dry daagen.

3-0

(2700)

1732 den 4 november dingesdag bij Jan tambur statz tromslager sijn wijf Beytzke. Hastig een docht[er], nae datse 2 daagen van te voren een vloet gehat hadd. En 6 wecken er har reckening uyt[kwam]. Een kleyn kynt. Doch alles well.

3-3

(2701)

1732 den 12 november dingesdag ben gehalt bij Jan Clasen wolkam[m]er sijn wijf Titzke. Sware reys. Was een gesloetene scheeve baarmoder, nauwbandig. Het arrbeyt nae boven. Met braac[ken]. Durde den geheelen daag, doch alles nog wel. Een soon.

3-3

(2703)

1732 den 26 november dingesdag avens gehalt bij Cornelis Visser ontfanger en rentenir sijn vrouw Bauwkie. Verlost wonsdags smorgens van een brave soon, mar hade een sware reys. Nauband[ig]. Alles tegen de wintt. Doch alles well. Duckaat.

10-