Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

[1706]

Hyr vangt het jar van 1706 wer an, int 50 jar mijnes ouwderdoms.

Gefft, Here, nu ick affklimme van de jaren, ick opklimme tot hemelse trapen en al nadere kome tot mijn Heylant enn Sallygmacker Jesus Christus de Heere. Mijn Godt, geff mij doch wederom met dit niwe jar niwen seegen, niwe krakten, op dat ock mijn evennasten dor mij in sijn sware noodt mag geholpen worden. Dar to, Heere, gef mij, U arme dinstmagt, kracht en sterck[te]. En beware mij vor qwade logen en lastermonden. Op dat ick doch nit mag flauwmodig worden onder sulcken swar-

[p. 111]

wichtig werck. Here, west dan nit ver van mij, als Uwe hulpe van noden is, op dat Uwen grotten en herlicken Nam dar dor met danckseginge gepreesen worden. Aamen, ja amen.

Anno 1706 den 18 januwary.

Catharina Schraders, weduw Cramer.

(1194)

1706 den 14 feberwary Vastelavent tot Fouwdum bij domene Alting sijn vrouw Dutie gehalt. Een qwa[m] met syn biltis op de side en hallde het met de votie[s]. Mar blef met sijn hoffin sitten. Hade dar schrickelick vel me te don, mar war doedt. Een kleyne doch[ter].

6-6

(1196)

1706 den 17 bij Piter Jellerda syllversmit sijn wiff Ninke Heynssius. Een son. Mar durde lange. Ser flauw.

6-

(1198)

den 20 dito bij Jan Reyners verver een lertouwer sijn wiff Diwke. Een son. Durde ser lang en flauw arbeit. En het kynt ock ser flauw. Storf over 3 uhren.

2-10

(1205)

Sofeyckien, Peter Verber sijn wiff. Een miskram.

-.-

(1207)

1706 den 9 [maart] tot Bonwert bij de coyker Eynte sijn wiff Ellck. Een sware reys. Mar een levende dochter.

1-8

(1211)

den 19 mert tot Ostwouwde gehalt bij Jackop Hemmes sijn wiff Siwke. En war all 2 dagen een ander bij gewest. En sat de barmoder vor het kynts hofft. Enn most het reden, mar ginck dar nae noch beswarlick to. Een son.

2-15

(1212)

1706 den 20 mert bij Simon Harkes sijn wiff Sibrecht. Een son. Mar qwam erst met sijn hantie vor. Brack het water en bracht het hantie te ruge. En ginck don, Godt lof, noch well.

4-

(1219)

den 19 april bij Bijnne mollemacker sijn op de Streek sijn wiff Gritie. Een do[ch]ter. Levede 3 dagen.

2-16

(1228)

1706 den 1 juny ben ick bij grotte Jackop soldat sijn wiff Mayken gehalt. Har verlost van 2 dochters. Het erste qwam wel, het twede halde bij de votten vort. Mar leveden elck mar een uhr. En war het erst gehel waatersuchtig, de buck en borst [en] angesicht hel dick.

1-4

(1232)

den 12 juny bij Willem Cantus kopman sijn Josine een son gehalt. Sat ser vast met zijn schouwders.

2-10

(1233)

1706 tot Drysum den 12 gehalt bij Pitter Berens schiper sijn wiff. En war het tot op sijn hofft nae geboren. Sat schrickelick vast. Hade dar seer vell me te don. Het war doedt. En hade de gehele dag gedurt. Holp het in een kartir urs. Godt sij geloft en gedanckt.

2-8

(1240)

den 3 jully nae Drisum gehalt Gert Pirs meyster klermacker. Een dochter. Mar war all eerst een ander vrotvrouw.

1-8

[p. 112]

(1241)

1706 den 4 jully bij Darck Hayes glasemacker sijn wiff Elske. Een son. Mar war sijn rechterarem onstucken. Mar nimant wettende ho het gekomen is. Licht van een verschrickinge van de moder, datze een mismackt mens gesin hade.

2-10

(1245)

1706 den 22 jully bij Jan Jukes sijn wiff Ecke, dy bij Bonteko gewont hefft. Een son. Mar blef op de reys. Enn ginck swar to. War gen ontschlut[ing]. Qwam met de voties. Schlot de geborte om sijn hals Dar qwam ock een sware vlot. Most so smoren.

1-18

(1249)

den 1 augustus bij Liwe Johanes kordewerckers Gritie. Har van een son van een hallef jar verlost. En qwam dor een verschrickinge. Most ontschlut[ing] macken. Ginck, Godt loff, noch well. Levede noch twe uhren.

-.-

(1250)

1706 den 1 augustus bij Pibe Jans metzelar sijn wiff Lissken gehalt, datze tevoren 4 mall een grott vlot hade. En lag vor dodt. Most har de ontschluytinge macken in presensie van een dockter Eysema. En vont de naegeborte vor an den uterus vast gegroyt, Most lospellen en de naegebor[te] an de lincker sijde schicken. Kerde het kynt, kreg het bij de votten. War all ant rotten en dodt. Halde vortz de naegeborte en hyll don de vlot op allenskes. En is vortz genesen, dar sij anders hade motten sterven. De Heere sij dar vor gedanckt en gepresen. Hem komt allen de ehere.

2-4

(1256)

1706 den 7 augustus bij stallmans Elck har son... sijn wiff Antie. Een dochter. Mar war weynig arbeit. Sat bijna 3 dagen in de geborte. Mar ginck op het lest noch hel well.

-.-

(1271)

1706 den 21 september bij Karele Dutie dochter, sinde een soldatenwiff. Een son. Durde 3 dagen. War erst weynig arebeit, darnae well.

0-

(1286)

1706 den 30 ocktober saterdag bij Piter Floris portir op Als-semport sijn wiff Schurtie. Een son. Mar hade een maal op sijn kruys als de ers van een aap. Dor het vell ansin van een pleysirige aap.

2-

(1288)

1706 den 1 november bij Clas Ritzkes wiff Gertruy. Een miskram van een son van 12 wecken.

1-5

(1296)

1706 den 21 tot Hantum gehalt bij Gerit Melis sijn wiff, nae dat all 3 dagen in arbeit gesetten hade. Een de Hantumer bij har met meyster Nicklas. Mar ick hebe dor des Heeren bijstandt de sack geret en de vrouw met grotte muyte van een dode vrucht verlost. Een war all ant roten.

1-8

(1299)

1706 den 25 ben ick gehalt tot Fouwdum bij meyst[er] Witze schoolmeyster sijn wiff Hillegont. En har van een son verlost. Mar durde lang.

3-

(1300)

1706 den 28 november ben op de Ouwde Sill gehal[t] bij Volkert Jan Volkers dochte[r]. Een dodt kynt.

3-