Offensief. Een leekenspel(1933)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Proloog. VOOR HET GORDIJN: DE PROLOGUS, TUSSCHEN HET WITTE EN HET ZWARTE KOOR. PROLOGUS: Opent uw harten, opent uw oogen: Het spel begint! Broeders en zusters, de harten ten hooge. Soms zoo verdwaald en soms zoo blind; Géén zonder zonden en géén zonder lijden, Niemand zonder schuld, Allen begaan met de nood dezer tijden En van het wee dezer wereld vervuld! - Ballingen in dit dal van tranen, Pelgrims naar het beter thuis! Leert weer de klacht van het Kind verstaan en Hoort den kreet van den Man aan het Kruis. Negentien eeuwen heeft Hij gehangen, Broeders, wordt Hij nooit bevrijd? Weet gij de maat van zijn maatloos verlangen? Broeders, zijn armen zijn zoo wijd! Negentien eeuwen, als groote gezangen, Gingen als schaduwen langs zijn wangen.... Broeders, breekt een nieuwe tijd? WIT KOOR: Eeuwen gingen voorbij! ZWART KOOR: Eeuwen gingen voorbij! WIT KOOR: Eeuwen waarin het kathedralen Sneeuwde over de wereldwei.... ZWART KOOR: Maar de Nacht bleef in de dalen En de wereld bleef aan mij! [pagina 8] [p. 8] WIT KOOR: Gouden bazuinen hebben geblazen: Witte exstasen! Wonderen vielen als bloesems in Mei.... ZWART KOOR: Eeuwen van dwaasheid, eeuwen van dwazen: Karavanen gingen voorbij! PROLOGUS: Keizers hebben zijn Naam beleden. Koningen streden.... ZWART KOOR: en gingen voorbij! WIT KOOR: Broeders, nù gij! PROLOGUS: Volkeren vonden in Hem den vrede, Heidenen hebben zijn Kruis aanbeden Vroeg en heden.... ZWART KOOR: en gingen voorbij! WIT KOOR: Broeders, nù gij! PROLOGUS: Heiligen zijn Hem nagetreden Helden leden.... ZWART KOOR: en gingen voorbij! WIT KOOR: Broeders, nù gij! PROLOGUS: Martelaars hebben hun bloed gegeven Maagden haar leven.... ZWART KOOR: en gingen voorbij! [pagina 9] [p. 9] WIT KOOR: Broeders, nù gij! PROLOGUS: Leeraars hebben zijn kleed geweven, Kunstnaars zijn Beeld in het licht geheven, Schrijvers schreven.... ZWART KOOR: en gingen voorbij! WIT KOOR: Broeders en zusters, nù gij!! PROLOGUS: U is de groote Taak gebleven. Gij gaat niet voorbij, Eer de duisternis is verdreven. En Gods volk in slavernij Wordt de vrijheid Gods hergeven; Christus, Heer van alle leven, Bouwt op u zijn heerschappij! ZWART KOOR: Eeuwen, eeuwen gaan voorbij! PROLOGUS: Bouwstof eener nieuwe orde Moet gij door zijn Geest gaan wordent Onverwrikbaar fundament, Hecht vereend door het cement Van Zijn bindende Genade, Die u voedt en zal verzaden Tot een diep en grondig deel, Waaruit eens het onvolprezen Alomvattende geheel Van Gods Stad komt òpgerezen; - Van haar zijn zijt gij het wezen!! Van een bloem zijt gij de steel Op den wortel van Gods Minne, Die door u een bloem wil winnen En herwinnen dus haar Deel. ZWART KOOR: Eeuwen komen, eeuwen gaan Eer die stengel zal gedijen. [pagina 10] [p. 10] En die bloem in bloei zal staan: Eeuwen gingen al voorbij en Eeuwen gaan.... PROLOGUS: Broeders van die ter kruistocht togen; Harten ten hooge. Het Spel begint! - Mocht dit spel een vóórspel wezen Van het Schouwspel, dat, nadezen. Aarde en hemel zal verbazen Als de Geest, die vuren Wind, Alle wezen ààn zal blazen En het groot Begin begint! (gordijn op; zwart koor af.) Vorige Volgende