Nis en nimbus(1933)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Sint Ignatius. Een stokoud man, een met een kruis beladen, die op een boogscheut ver van 't paradijs gedwongen wordt zijn Meester te verraden en om den bloeddorst van een keizer te verzaden, een drank wordt en een spijs..... die, voor hij in het martelpark zou dalen, nog rieps o leeuwen weest eens even wijs: een dienstknecht zou zijn Meester smalen en uitgerust ter laatste reis voor luttel winst van zonnelooze dagen verliezen 's levens prijs? - o Leeuwen, leeuwen die mij dra zult dragen mijn Christus tegemoet: ik had een leven lang niet over Hem te klagen, Hij was mij tachtig jaren lang zéér goed - en òverzoet, wanneer uw tanden aan mij knagen, zult gij Hem proeven in mijn bloed..... ik spoed! En Sint Ignatius begint zijn laatste reis: één sprong, één ademhalen en door de tanden van de leeuwen is gemalen o Christus, uw goed brood, uw spijs. [pagina 50] [p. 50] Vorige Volgende