Bisschoppelijk schrijven
Van de tweevoudige opdracht die Wij u verleenden, hebt gij, pater Schreurs, u met grote zorg en ijver gekweten.
Vooreerst hebt gij het vooronderzoek naar de levensomstandigheden van pastoor-deken Tijssen tot een goed einde gebracht en uw soliede bevindingen, speciaal ook wat betreft de fama sanctitatis van de man Gods, in twee documentaire dossiers bij Ons gedeponeerd. Daarmee kan Ons voornemen, om nu spoedig de causa der zalig- en heiligverklaring van pastoordeken Tijssen in Ons Bisdom in te leiden, voortgang vinden en, laat ons hopen, met Gods hulp met succes worden bekroond.
Voorts hebt gij, aan de hand van de vele door u verzamelde gegevens, een getrouw beeld opgeroepen van de voorbeeldige mens en priester, die pastoordeken Tijssen was; een beeld dat, zeker in zijn grote lijnen, door ieder die omgang met hem mocht hebben als levensecht bestempeld kan worden.
Uw levensgeschiedenis van ‘de Man met de rozenkrans’ is een vroom en springlevend boek geworden van een godgewijd en springlevend priesterleven dat, in zijn hartverkwikkende eenvoud, zijn aantrekkelijke menselijkheid en zijn konsekwent beleven van Christus' liefdegebod, een sieraad was van de priesterlijke stand en aan alle priesters, vooral aan die in de direkte zielzorg werkzaam zijn, ten voorbeeld kan worden gesteld. Zonder het menselijke te verdoezelen, hebt gij, naar het Ons voorkomt, op harmonische