Kleine liederen van dood en leven(1938)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] Dies irae O wereld, als die dag verschijnt Als een gelaat van vuur: Uw dwaasheid trekt aan 't kortste eind, Uw ijdelheid komt duur; Uw leugen doet geen opgeld meer, Uw hebzucht hapt in lucht... Die dag van toorn, die tegenweer Noch tegenspraak meer dacht! Daar staan de dingen naakt en bloot En van hun schijn ontdaan, Daar is alleen wat groot is groot En God slechts God voortaan; Het laat berouw komt dáár te laat Als koning, kind en knecht, Gemeten met de juiste maat En naar het rechtste recht, Aan 't sidderen slaan bij 't groot geschal Der hemelsche bazuin... O oordeelsdag, o oordeelsdal O onversnoeide tuin, Als alle leven weer ontwaakt En wat vergaan, vergruisd Is in zijn huls en hengsel raakt - En elke ziel behuisd. [pagina 100] [p. 100] Hoe zal ik mij verzamelen dan En rijzen uit mijn graf? Hoe kom ik uit Gods wijde wan: Als koren of als kaf? Elk hart draagt zijn geschiedenis Gegrift in zijn bestaan, En wat als kaf gewonnen is Zal ook als kaf vergaan. Vorige Volgende