Kleine liederen van dood en leven(1938)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] [En daar zijn armen, die, uit nood ontvangen,] En daar zijn armen, die, uit nood ontvangen, In nood geboren worden en bestaan - En die met lange halzen als verhangen En rammelend in hun geraamten gaan; Het zijn de dunne halmen van het graan; Het zijn de broozen en de schemerbangen, Die overal een and'ren weg inslaan, En, met de schaduw van hun slaap op hunne wangen: De kinderen die altijd slapen gaan... Doch witgebrand door één verlangen, Verlost tot op het been en gansch ontdaan, Zullen zij eens als heldere gezangen In eenen wijden kring om Christus staan. Vorige Volgende