Kleine liederen van dood en leven(1938)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] [De schouwen rustig roken] De schouwen rustig roken Onder de bloem der maan, Die wijd en sneeuwwit is ontloken En uit een zee van zilver opgegaan; Zie, rondom in de ruiten slaan De kleine vuren op die vrouwen stoken; De kinderen zingen dat zij slapen gaan Maar wie kan slapen bij dit witte vuren? Het zingen stijgt en blijft maar duren, duren: Er komt geen einde aan... En aan de gevel van hun hoeven staan - Hun schaduw uitgebroken Als bloemen uit hun blaên - De menschen naar dit prachtig land te turen: Zij hebben God gesproken - Van aangezicht tot aangezicht met Hem gestaan ................ En zien Hem ginder verder waên Door bloemen, melk en licht en oceaan: Een Man van licht, een Man vol maan... O wie zóó diep Gods witte licht verstaan Geloven in geen spoken! Vorige Volgende