Kleine liederen van dood en leven(1938)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] [Zie! bleek van dood en doen bekropen:] Zie! bleek van dood en doen bekropen: Een man bond Gods sandalen aan Om alle paden recht te lopen En bulten tot een effen baan Voor Hem in wien hij nu of later Den Bruidegom herkennen zal En zich verblijden bij het water Als hij zijn stem verneemt in 't dal; De winden branden in zijn haren, Met wildernis is hij gevoed, Zijn blik, als die van adelaren, Meet hemel, dal en watervloed - En langs hem trekken, grijs van boete, De scharen zwijgend door den stroom En stijgen als gewassen stoeten Hun Herder tegemoet: hun Droom. Vorige Volgende