Eiland der eenzamen (gevangenisgedichten 1943-1944)(1946)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Stervende boer EEN harde en behaarde boerenhand Kwam tastend uit den hemel van het ledikant En scheidde de gordijnen; En naar zijn hand ziend' - hun ivoren lijnen In 't licht der nachtkaars, - riep opeens zijn stem, Het hoog, ijl schreien van het kind in hem: Ik zie de zon al schijnen! En nog één tel zag ik de gouden weerschijnsvonk Der kaars die op den nagel van zijn grooten vinger brandde; Toen viel de hand, de vonk en vouwde ik zijn handen. Vorige Volgende