De bloeiende wijnstok(1924)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] Gebed tot de H. Geest Als onze oogen opengaan in het prille wit van de hemel, roepen U de Engelen die in ons wonen; Wij bidden U, o Wijsheid, bewaar ons: het blije goud van Gods zons-opgangen in de regendroppels onzer oogen, de ziel vol geestelijke wenschen, onze liefde tot alle menschen en ons lied op straat en plein. Uw naam zij heilig in onze mond boven alle namen, zoolang wij leven op deze grond; wij zullen ons niet schamen: een Pinksterbloem in onze mond, een rozenstruik om alle ramen! [pagina 69] [p. 69] Vestig Uw Rijk in ons gemoed: de heiligmakende genade, de geuren van Uwe ontfermingen in ons bloed, ons hoofd vol goddelijke zaden; en worde Uw wil gezegend boven elke wensch van Engel en van mensch. Geef ons, o Geest, Uw zeven gaven, een fijne schat in ieder woord, een welkom boven elke poort: wij gaan er zingend in en uit met de zilveren flambouwen van ons hart. Veel moet Gij ons vergeven wat wij met geest en lichaam jegens U misdreven, opdat wij komen tot het eeuwig leven samen - In de naam des Vaders en des Zoon en des H. Geestes. Amen. Vorige Volgende