| |
| |
| |
III. Waterbehandeling.
Van de veelvuldige waterproceduren komen voor ons doel in aanmerking:
de afwrijving en de douche, |
het zitbad en de koude klisteer evenals de natte buikomslagen (Neptunusgordel). |
Bij de afwrijving wordt een in water gedrenkt, een weinig uitgewrongen laken om het lichaam geslagen, de bovenste punten om den hals licht toegeknoopt; het lichaam wordt ferm gefrotteerd, in den regel zoo lang, tot de patiënt een gevoel van welbehagen krijgt, tot zich het eerste begin van de reactie vertoont. Deze plotselijke inwikkeling van het geheele lichaam in een nat laken verwekt een prikkel op de sensibele huidzenuwen, de huidvaten contraheeren zich, in- en expiratie blijken vermeerderd, de pols vertraagd. De onmiddellijke werkingen van de afwrijving zijn: veranderde bloedverdeeling, grootere bloedrijkdom van de huid, afleiding van het bloed van inwendige organen, mechanische bevordering van de circulatie; in vereeniging met den gegeven sterken zenuwprikkel is de afwrijving bij uitnemendheid eene toniseerende proceduur.
Waar het dus de afleiding van congestiën, hyperaemiën en stasen in inwendige organen geldt, is de afwrijving geïndiceerd; haar invloed op maag- en darmcatarrh, op hyperaemiën van de parenchymateuze buikorganen is altijd een zeer heilzame.
| |
| |
Met betrekking tot de temperatuur van het water, willen wij er hier bijvoegen, dat het bij het begin van de kuur niet onverschillig is bij welke temperatuur men het water aanwendt. Ondergaat de lijder de kuur voor de eerste maal, dan is het niet goed onmiddellijk met lage, krachtig ingrijpende temperaturen aan te vangen; bij nerveuze of in het algemeen nog niet aan hydrotherapeutische inwerkingen gewende patiënten kan men in den zomer dikwerf met 31½o-32½o C. beginnen en van lieverlede tot 22½o dalen, dagelijks ongeveer ½o, later ½o om de twee dagen, en eindelijk zoo laag, als de patiënt het zonder nadeel verdraagt; individueele observatiën moeten daarbij steeds leiden. Door deze zeer voorzichtige methode van genezing en harding krijgt men gewoonlijk een heerlijk effect.
Eene dergelijke werking als de afwrijvingen hebben de douches. - Behalve het regenbad, dat op het geheele lichaam gericht is, kan men bij de habitueele obstipatie altijd tevens de mobiele, horizontale regendouche of de mobiele waaierdouche rechtstreeks op den buik appliceeren. Hare werking is uitmuntend. In veel gevallen kan men vooral bij magere patiënten zeer duidelijk zien, hoe de door sterken mechanischen en thermischen prikkel getroffen darmen onder de plaatselijk uitgezette en weder ingetrokkèn deelen van den buikwand zich peristaltisch bewegen. De lijder gevoelt ook gewoonlijk reeds na weinige dagen belangrijke verlichting. Het is gemakkelijk in te zien, dat ook de douches, evenals de algemeene afwrijving - alleen in hoogere mate - invloed hebben op de circulatie en de bloedver- | |
| |
deeling, dat zij bovendien door den sterkeren zenuwprikkel de musculatuur van de darmen in tonische contractiën brengen. Bij eene methodisch en geruimen tijd voortgezette toepassing van de buikdouches wordt derhalve ook zeer dikwerf de terugkeer der darmperistaltiek verkregen.
Wat de zitbaden betreft, is hier alleen sprake van het korte, koude zitbad. De werking van het zitbad is buitengewoon verschillend, naarmate zijn duur en de temperatuur van, het water. Het korte, koude zitbad (duur 10 minuten) van ongeveer 12½o C. bewerkt locaal eene temperatuurdaling, waarop ¼-½ uur daarna, eene reactieve temperatuurverhooging volgt. Het is dus daar geïndiceerd, waar vooraf wellicht in de takken van de poortader de circulatie versneld, en secundair, aan de bekkenorganen meer bloed toegevoerd moet worden, derhalve eigenlijk zeer ter plaatse bij de sterke coprostase, bij de verslapping van het ondereinde van het colon en van het rectum, tot herstel der innervatie, der verslapte musculatuur, der ter neder gedrukte functie. Om dezelfde reden werkt het korte, koude zitbad b.v. ook zoo gunstig bij paresen en paralysen van de blaasmusculatuur, bij impotentia en spermatorrhoe, fluor albus, bij ammenorrhoe en menostase. Meer rechtstreeks en dubbel gunstig werkt de methodisch toegepaste klisteer.
De klisteer was reeds aan Hipocrates en Celsus bekend, in Frankrijk vooral veel in gebruik in den tijd van Lodewijk, XIV en als ‘le grand remède’ geroemd; haar gebruik werd soms zeer overdreven. De apparaten ter applicatie zijn eenvoudig. Het zijn spuiten, drukpompen of irrigatietoestellen; zeer doelmatig vooral is de zooge- | |
| |
naamde Hegar'sche trechter. De houding van den patiënt verdient bij het gebruik van de klisteer wel in het oog gehouden te worden; in de zijligging, nog beter echter in de knie-elleboogligging, kunnen de ruimste ingietingen gedaan worden. Evenals zoovele en uitnemende middelen door het onstelselmatig en overdreven gebruik daarvan, in miscrediet geraken, zoo geschiedde en geschiedt dit ook nog tegenwoordig, met de klisteeren. Een te dikwerf en zonder noodzakelijkheid geappliceerd lavement ontwent den mensch van lieverlede bij de defaecatie zijne buikpers krachtig mede te doen werken. Wij moeten den lijders dan ook krachtig aanraden, haar niet te dikwerf en alleen in afwisseling met andere middelen aan te wenden.
Bij de habitueele obstipatie doe men het best met eene niet te groote hoeveelheid water van 25o-20o C., of, waar het geldt, veel zeer harde scybala tot verweeking te brengen, met water van hooger temperatuur het onderste gedeelte van den darm te ontlasten; daarna doe men eene grootere hoeveelheid water (½-1 liter) van 30o-25o C. langzaam instroomen en spore men den lijder aan dit zoo mogelijk lang in te houden. Van lieverlede worde het water steeds kouder, tot op 15o C., genomen. Deze methodisch, aanvankelijk dagelijks, later om de 2 dagen, geappliceerde klisteeren werken zeer gunstig. Volgens de onderzoekingen van Röhrig over de werking der wateringietingen in het rectum, op de gal en de poortadercirculatie zijn de gunstige resultaten zeer begrijpelijk, en wat ook vooral gunstig inwerkt op de opheffing van de habitueele obstipatie, is de verhooging van de darmperistaltiek door de koude. Hüner- | |
| |
Fauth heeft met gunstig gevolg gevallen behandeld, waarin hij alleen met water van 10o-12½o C. de gewenschte toename der peristaltiek verkreeg; dikwerf ook volgde na den door de klisteer verkregen, eersten stoelgang, na 8-10 uren, spontaan een tweede en de patiënten gevoelden zich daardoor aanmerkelijk verlicht.
De natte buikomslag (Neptunusgordel) is een gewichtig middel, dat op verschillende toestanden van de buikorganen inwerkt. De neptunusgordel wordt op de volgende eenvoudige wijze aangelegd: een linnen doek, b.v. een handdoek, ter breedte van 40-60 cM. en zoo lang, dat hij twee tot driemaal om den buik kan geslagen worden, wordt tot op een derde van zijne lengte in het water gedoopt en uitgewrongen; daarna wordt de doek in zijn geheel, beginnende aan het droge einde, opgerold en aangelegd; het natte bovenste gedeelte komt op den buik en het droge gedeelte van dien omslag eindelijk op het natte gedeelte; men kan den omslag vastmaken met eindbanden; over den omslag worde eene laag guttaperchapapier of wastaffet gelegd, die ongeveer 10 cM. over de randen van den omslag uitsteekt en het slot van deze locale inwikkeling zijn eenige lagen flanel of eenige warme doeken (beter dan omslagen).
De middellaag van guttaperchapapier of taffet is voor het begeerde doel noodzakelijk, omdat zij de verdamping, die hier eene gewichtige rol te vervullen heeft, voorkomt.
De neptunusgordel is in de laatste jaren eenvoudiger geworden door de invoering van het spongopiline; helaas! is deze stof, zoo ze van goede qualiteit is, altijd nog te
| |
| |
duur. Een groot, den buik in dwarse richting bedekkend stuk spongopiline, dat over de axillairlijn reikt, is aan zijn buitensten, gewoonlijk niet volkomen impermeabelen rand bedekt met eene impermeabele stof, die naar alle zijden eenige centimeters uitsteekt en daarover is op doelmatige wijze een stuk flanel bevestigd, dat over den rug geslagen, met zijn beide einden van voren vastgemaakt wordt. Sommigen leggen hierover nog eene tweede bedekking van eenigen slechten warmtegeleider. Deze spongopiline-buikomslagen verdienen, zoo zij niet te klein aangelegd worden en van eene goede qualiteit zijn, zeer aanbevolen te worden. De goedkoopste omslag is inderdaad de duurste, want de ordinaire soorten van het spongopiline zijn zoo slecht, dat zij na eenige malen gebruikt te zijn, reeds weggeworpen moeten worden.
De watertemperatuur moet ook hier, gelijk boven nader uiteengezet is, niet onmiddellijk van den beginne af te laag zijn, men beginne met 27½o-25o C. en dale voorzichtig tot lagere temperaturen.
De physiologische werking van den neptunusgordel is duidelijk; op den prikkel van de sensibele huidzenuwen - en deze is hier tamelijk sterk, omdat hij steeds verwarmde deelen treft - volgt spoedig eene reactie, de huid wordt warm en tengevolge van dezen slechten warmtegeleider, licht bloedwarm; later wordt er waterdamp gevormd, die evenwel geen uitgang vindt, de omslag wordt nat gehouden. De huid verkrijgt een' sterkeren bloedsaanvoer, de buikorganen worden ontlast en worden door de verhoogde circulatie zelfs in een zekeren tijd sterker doorstroomd door eene bepaalde
| |
| |
hoeveelheid bloed, wat zeer zeker een belangrijken invloed op de voedingsverhoudingen doet gelden. Deze methode is dus ook aangewezen bij maagcatarrhen, leverhyperaemiën, hyperaemiën en stasen van de buikorganen, dus ook bij haemorrhoidaallijden.
Gewoonlijk doet men den neptunusgordel om verschillende redenen alleen gedurende den nacht dragen; ongeveer ½ uur voor het opstaan wordt de omslag afgenomen en buik en rug zorgvuldig droog afgewreven. Bij koud jaargetijde is het den patiënt, die 's nachts den neptunusgordel draagt, geraden gedurende den dag een drogen buikomslag aan te leggen, ter voorkoming van verkoudheid.
Vatten wij nu in het kort nog eens de werkingen der drie door ons besproken geneesmiddelen van de chronische obstipatie te zamen - opheffing van circulatiestoornissen in den buik, verhooging van de zenuw- en spierwerkzaamheid bij den darm, vermeerderde toevoer van spijsverteringsvochten en versterking van de buikpèrs -, dan zijn daarmede alle indicatiën, die wij in het algemeen bij de behandeling van de obstipatie stellen, vervuld. Deze middelen hebben bovendien het groote voordeel, dat zij niet, gelijk de gewone afvoermiddelen, de darmperistaltiek van lieverlede nog meer verminderen en alzoo tot steeds grooter dosis dwingen en ook anderzijds het lichaam verzwakken, doch integendeel, door rechtstreeksche inwerking, het spier- en zenuwstelsel versterken! |
|