Waarde van Lennep
(1993)–De Schoolmeester– Auteursrechtelijk beschermdLonden, 13 juni 1834Het zat Van de Linde niet mee de eerste tijd in Engeland. Hij had geen vrienden, zat voortdurend in geldnood, sprak de taal niet en woonde op een sombere kamer. Zijn pogingen om op de een of andere manier aan de slag te komen, mislukten voortdurend. In de zomer na de vlucht bracht Van Lennep nieuwe moed. Deze maakte met enkele vrienden een vakantiereisje door Engeland. Van de Linde stuurde een rijmbrief naar zijn hotel. Geen veld is dor waar dichtkunst zich vertreedt
BilderdijkGa naar eind1 Lieve vriend ik laat u weten
Dat ik zedert uw vertrek
Gantsch niet ledig heb gezeten
Om te raken uit den drek
Rudolf van AlphenGa naar eind2 | |
[pagina 43]
| |
Met den Heer GreenGa naar eind3 (die thans weer liever Gourney wil heeten) Heb ik vruchteloos al pratende verscheiden uren en door 't zitten mijn broek halfversleten Hij heeft geen gouverneur noodig dien hij zakgeld en eeten moet geven En ik geloof dat hij liever zijn huishouden op kosten van zijn gouverneur zou willen laten leven Voor zoo'n situatie en om dan nog met je principaal voor arresteeren bloot te staan Heb ik gemeend dat ik niet van Holland naar Engeland had behoeven te gaan Eergisteren heeft hij een brief voor mij aan zijn neef (een bookseller) geschreven Waarin hij zegt dat ik alle mogelijke talen in het Engelsch kan overgeven Toen zijn neef mij Engelsch hoorde spreken vroeg hij terstond of Oom hem de truth had verhaald. Toen heb ik geantwoord dat ik het met boeken zou kunnen doen die al vroeger in 't Engelsch waren vertaald. Toen dacht ik dat hij mij eenige vertaalde boeken wilde wijzen die digt bij de deur staan Maar het was alleen om mij te verzoeken of ik de deur uit wou gaan Je zult hier uit zien dat ik op de promesses van mijn huisgenoot net zoo veel kan vertrouwen Als op de mogelijkheid om een veestGa naar eind4 in een netje vast te houen Of om uit de hoornen die thans een zeker' geleerde orneren Voor mij hoornen des overvloeds te formeren. Zoodra ik u spreeken mag en ik hoop het zij very soon Zal ik u dit alles nader uit malkander doen Ik blijf echter nog altijd hoopen op betere omstandigheden Want alles is onbestendig en wisselvallig hier beneden Zoo is hier gisteren bijvoorbeeld een koopman in zwarte | |
[pagina 44]
| |
broeken subiet aan een slepende ziekte overleden Kwartier over achten had hij zelf nog gewaterd in een ziekenglas En vijf minuten voor half negen kond'i zeggen dat i dêr geweest was Ook heb ik naar de inkomende regten van een rijdtuig en naar de aleGa naar eind5 vernomen En met veel moeite de volgende narigten bekomen Voor ieder rijdtuig beneden de vijf wielen betaalt men twee ten honderd En voor twee rijdtuigen hetzelfde, hetgeen menigeen die er niet op gevat is zeer verwondert Maar men betaalt zes en tachtig schellingen voor één vaatjen ale En voor twee vaatjes (dat schijnt zoo voordeelig niet als met de rijdtuigen) betaalt men tweemaal zoo veel. Ook verkoopt de man ze in bottles tegen een halve guinea het dozijn En dan kan men dertien fleschen in ieder dozijn krijgen maar dan vallen de fleschen wat klein Ook heb ik met blijdschap dezen morgen de tijding ontfangen Dat je te Oxford niet als dissenter bent opgehangen Maar te London zijt wedergekeerd in gezondheid en leven En door je bezoek mij een nieuw bewijs van vriendschap hebt gegeven Ik was juist bij den Heer Hope dat wil zeggen vlak in de buurt En ik had in twee uren bij je kunnen zijn als je de meid maar even had gestuurd. Als somtijds de booze lusten van het vleesch je mogten kwellen Zou ik je maar raden om je weet wel wat ik meen tot in Holland uit te stellen Want de Engelsche hoeren zal niemand je recommanderen | |
[pagina 45]
| |
Ze liggen net als bevroren monumenten in de veren En om te maken dat een Engelsche hoer-vrouw onder het naayen een beetje leeft Zou je er een andere onder moeten leggen die den hik heeft. Ik zal morgen met pleizier van je uitnoodiging profiteren En tegen negen ure aan je Hotel komen om met je te dejeuneren En zoo je somtijds nog mogt veranderen van plan Geef er me dan liefst overmorgen pas kennis van En als je bij toeval een post mogt vinden van rentenier of kantoorbediende of opvolger van de kroon Denk dan aan je opregte vriend G. van de Linde Janszoon Den 13den dezer maand Juny 1834 's avonds ten 8 ure te Londen Heb ik in eigen persoon dezen brief naar je Logement verzonden. |
|