De gedichten van den Schoolmeester(1902)–De Schoolmeester– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 204] [p. 204] Tweede Brief van den Schoolmeester. Aan een beer. Het hart is goed; doch 't hoofd is zwak, En drommels zwaar het daaglijksch pak, Wel driemaal zwaarder dan mijn tas, Dien kalen, lichten, leêgen zak, Waar nooit een zilvervloot in stak, Die nooit fameus als spaarpot was. Bedenk dit eens op uw gemak. En raak niet in een booze luim, Als ik het schrijven soms verzuim, [pagina 205] [p. 205] En 't zenden van het lieve geld Wat al te lang werd uitgesteld, Omdat ik ‘ik en weet niet wat’ In 't hoofd, doch niets in 't beursken had: Ai! lieve vriend! heb dus geduld Met al mijn traagheid en mijn schuld. Verbeeldingsvuur is uitgedoofd, Het warlend brein is moêgesloofd, Het matte lijf is krank geplaagd, Het hijgend hert is afgejaagd. Zie dus meêwarig als weleer En vriendlijk op den balling neêr. Aanvaard zijn schuldbelijdenis En schenk hem uw vergiffenis. - Vergeven is, vooral naderhand, steeds pleizierig, En beter dan een pak slaag, ofschoon minder zwierig. Vorige Volgende