De gedichten van den Schoolmeester
(1979)–De Schoolmeester– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 190]
| |
Eerste brief van den Schoolmeester.
| |
[pagina 191]
| |
Waarvan de bron in 't rein gemoed leit,
Lacht m' in uw brieven vriendlijk aan
En doet mij opgetogen staan,
Als ik uw vlucht mag gadeslaan!
Wat keur van uitgezochte woorden,
Gedachten vol van klem en zin,
Vindt mijn verrukte ziel daarin!
Wat onnavolgbre harpakkoorden:
Het zij ge, op Messiaanschen trant,Ga naar voetnoot1)
De dichterlijke luite spant,
Of, onbesmet in toon en maat,
De kracht van 't rijmwoord gelden laat,
Hetzij ge op lager wieken drijft
En in poëetisch proza schrijft,
't Is al, o puik der puikpoëeten!
O dichter, als er weinig zijn!
't Is alles uitgezocht en fijn
| |
[pagina 192]
| |
't Is snoeperij, 't is ambrozijn,
Die Goôn op hun verjaardag eten:
't Is nektar in een aardsch pokaal:
Ja, 't is verkleede hemeltaal.
Hoe heb ik schier in alle straten
Mijn achtbaar hoofd half gek gezocht,
Waar die bankier toch wonen mocht,
Die my 't beloofd getal dukaten,
Waar 't meer dan eens my aan ontbrak,
Zou storten in den leêgen zak,
Eer ik, na vruchtloos hersenbreken,
En min gelukkig dan Gil Blas,
Begreep, dat (alles wel bekeken)
Die assignatie op uw kas
Er eentjen van papaatjen was.
Zoo kunt gy, schalk, aan groot en klein,
Een knol voor een citroen verkoopen:
Zoo laat gy zelfs het kloekste brein,
Wanneer 't u lust, aan 't lijntjen loopen:
| |
[pagina 193]
| |
Zoo hebt gy, door uw fijn vernuft,
Ook my (is 't mooglijk!) overbluft.
Hoe zou 't my hart en ziel verrukken,
Zoo ik mijn plan mocht zien gelukken
Om al uw brieven te doen drukken
En 't honorarium aan my
Werd afgestaan voor uw copy.
'k Ging dan terstond mijn renten leven,
En kocht van mijn fameus fortuin
Een burcht of lustslot op het duin,
Alwaar ik theevisites geven
En u gestadig zoû omzweven,
En van mijn wierook u voorzien,
Of, mocht ik soms uw zijde ontvliên,
't Zou enkel zijn om de interventie
Mijnheer, van uw correspondentie.
|
|