| |
De gaven van de milde St. Marten
De gaven van de milde St. Marten zijn blijkens de voorrede uitgelokt door de St. Niklaesgift (57-61). Het aantal opgenomen kluchten loopt in de verschillende edities uiteen van ca. 60 tot ca. 200; het tweede deel bevat ca. 230 kluchten. Hiernaast zijn verschillende andersoortige teksten variërend van gelegenheidsdichtwerk tot spotprognosticatie opgenomen. Alleen van het tweede deel is de bron van de kluchten bekend; dit gaat terug op A. le Metel's Contes aux heures perdues. De in de tweede druk van het eerste deel opgenomen kluchten van de heer Gaulard zijn ontleend aan E. Tabourot's Contes du sieur Gaulard [...]. Het is niet onwaarschijnlijk dat andere kluchten ook aan Franse bronnen zijn ontleend.
Onder de andersoortige teksten valt een tekst van Heinsius meteen op. Daniël Heinsius (Gent 9-I-1580 - Leiden 25-II-1655) ging aanvankelijk in Franeker, later in Leiden Rechtsgeleerdheid studeren, maar hield zich voornamelijk met de studie van het Grieks bezig. Te Leiden werd hij achtereenvolgens benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de Latijnse
| |
| |
dichtkunst, bibliothecaris, secretaris van de Academische Senaat, hoogleraar Grieks en hoogleraar Geschiedenis. Buiten de Leidse Universiteit werd hij nog tot Secretaris der Nationale Synode van 1618-1619 te Dordrecht benoemd. Daarnaast was hij filoloog en dichter.
Over zijn Lof der luysen - oorspronkelijke titel Laus pediculi - zijn weinig gegevens te vinden. De oudste editie dateert uit 1629. In 1644 verschenen een vertaling in het Nederlands en een navolging in verzen door P. Godewyck.
Een andere tekst in verzen is het gedicht Leeden-stryt. Hoogstwaarschijnlijk is Adriaan Stikke, Heer van Breskens, de auteur van dit gedicht en schreef hij het in 1626. In de editie uit 1630 volgt zonder afzonderlijke titel ook het hier eveneens opgenomen gedicht Kluchtigh discours op een veest. Leeden-stryt is ook opgenomen in de editie 1689 van Erasmus' Lof der zotheid die door Stikke werd vertaald, hetgeen wel als ondersteuning voor zijn auteurschap wordt gezien. [Bibliotheca Belgica, II, 919-920, nummer E 965].
Een andere mogelijke auteur van de Leeden-stryt is de Friese geneesheer Petrus Baardt. Aan hem wordt door het Biographisch woordenboek het boek ‘Ledenstemme van alle de leden van een natuurlyk mensch. Amsterdam 1672. 12o.’ toegeschreven.
Biografische gegevens over beide mogelijke auteurs zijn nauwelijks voorhanden.
Literatuur: Over bronnen: Draak (1943); Over Heinsius: Biographisch woordenboek, VIII, 419-439; NNBW, II, 554-557; Winkler Prins, XI, 54. Over Stikke: Biographisch woordenboek, XVII-2, 1008. Over Baardt: Biographisch woordenboek, I, 7-8.
| |
6. De gaven van de milde St. Marten. Amsterdam: C. Last, 1654. 12o.
Gegraveerde titelpagina (fol *1r):
DE GAVEN VAN DE | MILDE St. MARTEN | bestaende in kluchten koddereijen | en andre Vermakelijkheden | AMSTERDAM | By Kornelis Last. Ao. 1654. ||
12o: *4, A-I12, K8.
[$3 (-*1); A-F12 $7; G-I12 $6; K8 $5]
120 folia, gepagineerd = [8], 1-225, [7].
| |
| |
Afb. 2. De gaven van de milde St. Marten. Amsterdam: C. Last, 1654. 12o. Ex. Leiden: U.B., M.N.L. 1073 A 242. (6).
| |
| |
Signatuurposities:
*2 met zoo
*3 Poorten, en buyten
A1 den
K5 u half.
*1r : | [Gegraveerde titelpagina, voorstellende Sint Maarten die met zijn zwaard een stuk van zijn mantel afsnijdt voor de bij hem geknielde bedelaar die uit een marskramersmand boekjes uitdeelt.] |
*1v : | [Blanco.] |
*2r - *4r : | Aen | St. NICLAES, | Patroon van Amsterdam, | EERVVAERDE Mede-BROEDER. [Toe-eygeningh (Opdracht) op fol. *4r ondertekend: ‘Uw toegedane Mede-broeder | St. Marten, | Patroon van Vtrecht.’ Uit deze opdracht blijkt dat dit werk is uitgelokt door de St. Niklaesgift.] |
*4v : | Aen den LESER. [Voorrede in de vorm van een gedicht. De beginregel luidt :‘Ghy Lezer zegt, waer toe dees grillen,’] |
A1r - K6v : | Den Milden | St. MARTEN. [Kluchten, onderbroken door verschillende andere, hieronder genoemde, onderdelen.] |
D10v- E2v : | GEVALUEERDE | PROGNOSTICATIE | Over dit tegenwoordige Iaar. | Gepractiseert op de twee Globen | Van Mons. Sibillis Al-geraden. [Spot-prognosticatie.] |
E2v - E3v : | Een Prophecie van Doctor Hanarius | Gallianus. |
E9v - E11r : | BOERE BRUYLOFT. [Gedicht.] |
F3r : | PASQUIL. [Klucht over de Kardinaal de Richelieu.] |
F3v - F6r : | EPITAPHIUM. [Grafschrift van de Kardinaal de Richelieu. De verso-zijden geven de Latijnse, de recto-zijden de Nederlandse tekst weer.] |
F9r - G3r : | 't Lof der | LUYSEN. | Beschreven in de Latijnsche sprake | Door den Hoogh-geleerden D. | DANIEL HEYNSIUS, Profes- | sor in de vermaerde Acade- | mie tot Leyden. | En nu in 't Nederduytsch vertaalt. | Aen de Bedelaers. |
G4r - H11r : | LEEDEN-STRYT. [Gedicht.] |
H11v- I1v : | [lijn] | Kluchtig Discours op een | Veest. [Gedicht.] |
| |
| |
K5v - K6v : | DOOTS-TRIUMPH. [Gedicht.] |
K7r - K8v : | BLAD-WYZER | over den Milden | St. MARTEN. |
Exemplaren:
- 's-Gravenhage: K.B. 588 K 72.
Convoluut, waarin verder aanwezig:
1: St. Niklaesgift. Amsterdam: voor C. Last boekverkoper, 1653. 12o. (60).
Olim: in potlood: XIX D 275.
Herkomst: Blijkens een aantekening in inkt heeft het exemplaar rond 1654 toebehoord aan Isaac Sattevier.
- Leiden: U.B., M.N.L. 1073 A 242.
Convoluut, waarin verder aanwezig:
1: Het leven en bedrijf van Klaas Nar. Uit het Duits in het Nederlands vertaald. Amsterdam: C. Last boekverkoper; [colofon: gedrukt bij T. Houthaeck], 1652. 12o. (50)
3: St. Niklaesgift. Amsterdam: voor J. Jacott boekverkoper, 1647. 12o. (58)
Commentaar:
De frontispiece wordt in de Cat. Muller aan het atelier van De Pas toegeschreven.
Bibliografische verwijzingen:
Barnouw (1901), 293; Bolte (1894), 92; Catalogus van boeken, V, kol. 184;
Cat. Muller 356.
| |
7. De gaven van de milde St. Marten. Deel 2. Rotterdam: A. van Waesberge boekverkoper, 1656. 12o.
Titelpagina (fol. A2r):
Het tweede | DEEL | Van den milden | ST. MARTEN. | Bestaende in | Verscheyde eenvoudigheden van sommighe | personen, listige treken, boose bedriegeryen, fiel- | teryen, ende dieveryen van de Gau-die- | ven ende Borse-snyders, ende an- | dere fraeye vermakelijck- | heden meer. | [drukkersmerk] | TOT ROTTERDAM, | [lijn] | By Abraham van Waesberge, Boeck-ver- | kooper. Anno 1656. ||
Gegraveerde titelpagina (fol. A1r):
| |
| |
Afb. 3. De gaven van de milde St. Marten. Deel 2. Rotterdam: A. van Waesberge boekverkoper, 1656. 12o. Ex. 's-Gravenhage: K.B. 28 E 262. (7).
| |
| |
De Verloore Vren Van | Monsr. D. Oūūille Anders. het 2e deel van̄ | MILDE. St. MARTE | TOT ROTTERDAM | Bij Abraham van Waesberge Ao 1657 ||
12o: A-Z12, 2A-D12.
[$7 (-A1, -A2, -A3, -C5, -F4, -V5, -X7, -Y4)]
2B7 gesigneerd als 2B6.
324 folia, gepagineerd = 1-4, 5-673, [1].
Pagina 217 e.v. gepagineerd als 247 e.v. Binnen deze foutieve paginering 262 als 204, 294 als 292, 394 als 934, 457 als 447 en 508 als 408. Pagina 591 e.v. gepagineerd als 589 e.v. Binnen deze foutieve paginering 614-615 als 612-613, 618-619 als 616-617, 622 als 260, 623 als 621 en 626-627 als 624-625. Pagina 629 e.v. gepagineerd als 627 e.v.
Signatuurposities:
A6 hooren verhalen
2D7 antwoorde
A1r : | [Gegraveerde titelpagina, voorstellende Sint Maarten die met zijn zwaard een stuk van zijn mantel afsnijdt voor de bij hem geknielde bedelaar die uit een marskramersmand boekjes uitdeelt.] |
A1v : | [Blanco.] |
A2r : | [Titelpagina met drukkersmerk van Abraham van Waesberge.] |
A2v : | [Blanco.] |
A3r-A5r : | Aen de | VERMAKERS | DER | KLUCHTEN. [Voorrede op fol. A5r ondertekend: ‘U:E :Medebroeder | St. MARTEN. | Patroon van Vtrecht.’] |
A5v : | Aen den | LESER. [Voorrede in de vorm van een gedicht. De beginregel luidt: ‘Ghy Leser seght, waer toe dees grillen,’] |
A6r - 2D12r : | Het tweede Deel van den | MILDEN | ST. MARTEN. | [...] |
2D12v : | [Blanco.] |
Exemplaren:
- Gent: U.B. A 487282.
Convoluut, waarin verder aanwezig:
| |
| |
1: De gaven van de milde St. Marten. Deel 1. 2e vermeerderde druk. Rotterdam: A. van Waesberge, 1657. 12o. (8).
Herkomst: Het exemplaar bevat een ex-libris van A. vanden Bogaerde en in inkt de aantekening ‘Don de Mr Alph. Roersch, 25 mars 1908.’
Opmerking: Op pagina 135 is de 5 van het paginanummer ondersteboven afgedrukt.
- 's-Gravenhage: K.B. 28 E 262.
Convoluut, waarin verder aanwezig:
1: De gaven van de milde St. Marten. Deel 1. 2e vermeerderde druk. Rotterdam: A. van Waesberge, 1657. 12o. (8).
Herkomst: Het exemplaar bevat een ex-libris van F.G. Waller en een uitgeknipt strookje waarop gedrukt staat: ‘Dr. J. te Winkel.’
Opmerking: Op pagina 135 is de 5 van het paginanummer ondersteboven afgedrukt.
- Rotterdam: G.B. 25 F 12.
Convoluut, waarin verder aanwezig:
1: De gaven van de milde St. Marten. Deel 1. 2e vermeerderde druk. Rotterdam: A. van Waesberge, 1657. 12o. (8).
Olim: in potlood: WF 2825.
Herkomst: Blijkens een aantekening in inkt heeft het exemplaar toebehoord aan A.M. Ledeboer.
Commentaar:
Het gebruikte drukkersmerk is te vinden in het Rotterdamsch boekdrukkersprentenboek onder nummer 18.
Bibliografische verwijzingen:
Cat. Scheepers, II, 750; Cat. Waller 578.
| |
8. De gaven van de milde St. Marten. Deel 1. 2e vermeerderde druk. Rotterdam: A. van Waesberge, 1657. 12o.
Gegraveerde titelpagina (fol. *1r):
De Gauen Van de | MILDE St MARTEN | Eerste deel tweede druck grootelijx ver- | meerdert met veel kluchte koddeijen en | Vermakelijckheden. | TOT ROTTERDAM | Bij Abraham van Waesberge Ao 1657 ||
| |
| |
12o: *4, A-M12, N8.
[$3 (-*1); A-M12 $7; N8 $5]
156 folia, gepagineerd = [8], 1-304.
Pagina 93 gepagineerd als 89 en 194-195 als 196-197.
Signatuurposities:
*2 met soo
*3 Poorten, en buyten
A1 Pastoor
N5 voor de
*1r : | [Gegraveerde titelpagina, voorstellende Sint Maarten die met zijn zwaard een stuk van zijn mantel afsnijdt voor de bij hem geknielde bedelaar die uit een marskramersmand boekjes uitdeelt.] |
*1v : | [Blanco.] |
*2r - *4r : | Aen | St. NICLAES, | Patroon van Amsterdam. | Eerwaerde Mede-broeder, [Toe-eygeningh (Opdracht) op fol. *4r ondertekend: ‘Uw' toegedane Mede-broeder. | St. MARTEN, Patroon van Utrecht.’ Uit deze opdracht blijkt dat dit werk is uitgelokt door de St. Niklaesgift.] |
*4v : | Aen den Leser. [Voorrede in de vorm van een gedicht. De beginregel luidt: ‘Ghy Leser seght, waer toe dees grillen?’] |
A1r - N8v : | Het eerste Deel | Van den milden | St. MARTEN. [Kluchten, onderbroken door verschillende andere, hieronder genoemde, onderdelen.] |
C11r - C11v : | Yet kluchtigs op het paren van sijn | Keurvorstelijcke Doorluchtigheydt | den Hertogh van Brandenburgh, met de | Doorluchtighe Princes Louijse van | Orangien van Nassau. In den Hage | den 7. December 1646. [Gelegenheidsgedicht op fol. C11v ondertekend ‘V.R. B.’] |
D2r - D6r : | GEVALUEERDE | PROGNOSTICATIE | Over dit tegenwoordige Iaer. | Gepractiseert op de twee Globen | Van Monseur [!] Sibillis Al-geraden. [Spotprognosticatie.] |
D6r - D7r : | Een Prophecie van Doctor Hanarius | Gallianus. |
| |
| |
E1r - E2v : | BOERE BRUYLOFT. [Gedicht.] |
E6v : | PASQUIL. [Klucht over de Kardinaal de Richelieu.] |
E7r - E9v : | EPITAPHIUM. [Grafschrift van de Kardinaal de Richelieu. De recto-zijden geven de Latijnse, de versozijden de Nederlandse tekst weer.] |
E12v - F6v : | 't Lof der | LUYSEN. | Beschreven in de Latijnsche sprake | Door den Hoogh-geleerden D. | DANIEL HEYNSIUS, | Professor in de vermaerde Aca- | demie tot Leyden. | En nu in 't Nederduytsch vertaelt. | Aen de Bedelaers. |
F7v - H10r : | LEDEN-STRYT. [Gedicht.] |
H10r - H12v : | Kluchtigh Discours op een | Veest. [Gedicht.] |
K4v - K5v : | DOOTS-TRIUMPH. [Gedicht.] |
K6r - M8v : | Hier volghen eenighe vermaeckelijcke | kluchten van de Heer | GAULARD. |
M9r - N8v : | Hier volgen noch eenige andere verma- | kelijcke kluchten. |
Exemplaren:
- Amsterdam: U.B. 1130 J 1.
Opmerking: Het exemplaar heeft de frontispiece van het tweede deel. (7).
- Gent: U.B. A 487281.
Convoluut, waarin verder aanwezig:
2: De gaven van de milde St. Marten. Deel 2. Rotterdam: A. van Waesberge boekverkoper, 1656. 12o. (7).
Herkomst: Het exemplaar bevat een ex-libris van A. vanden Bogaerde en in inkt de aantekening: ‘Don de Mr Alph. Roersch, 25 mars 1908.’
Opmerking: Op de frontispiece is de letter E in MARTEN defect. Het middelste liggende streepje ontbreekt.
- 's-Gravenhage: K.B. 28 E 261.
Convoluut, waarin verder aanwezig:
2: De gaven van de milde St. Marten. Deel 2. Rotterdam: A. van Waesberge boekverkoper, 1656. 12o. (7).
Herkomst: Het exemplaar bevat een ex-libris van F.G. Waller en een uitgeknipt strookje waarop gedrukt staat: ‘Dr. J. te Winkel.’
Opmerking: Op de frontispiece is de letter E in MARTEN defect.
Het middelste liggende streeptje ontbreekt.
| |
| |
- Rotterdam: G.B. 25 F 11.
Convoluut, waarin verder aanwezig:
2: De gaven van de milde St. Marten. Deel 2. Rotterdam: A. van Waesberge boekverkoper, 1656. 12o (7).
Olim: in potlood: WF 2825.
Herkomst: Blijkens een aantekening in inkt heeft het exemplaar toebehoord aan A.M. Ledeboer.
Opmerking: Op de frontispiece is de letter E in MARTEN defect.
Het middelste liggende streepje ontbreekt.
Bibliografische verwijzingen:
Cat. Scheepers, II, 750; Cat. Waller 578.
| |
9. [De gaven van de milde St. Marten. Amsterdam: A. de Wees, 1658.]
Commentaar:
Deze editie is alleen bibliografisch bekend.
Bron: Cat. Buisman 355; Cat. De Vries 301.
| |
10. De gaven van de milde St. Marten. Amsterdam: M. de Groot boekverkoper; [colofon: Schoonhoven: gedrukt bij S. Knudde], 1662. 12o.
Titelpagina (fol. A2r):
DE | GAVEN | Van de Milde | St. MARTEN; | Bestaande | In Kluchten, Kodderyen en | andere vermakelijck- | heden. | [vignet] | t'AMSTERDAM, | [lijn] | By Michiel de Groot, Boeck-verkooper, | op den Nieuwen-dijck. 1662. ||
Gegraveerde titelpagina (fol. A1r):
De gaven van | de milde | St MARTEN | Bestaende in | kluchten Kodde | ryen en ander | vermakelijk | heden. | t'Amsterdam, by Abram de Wees. Ao. 1658. ||
Colofon (fol. G12v):
TOT SCHOONHOVEN, | Gedruckt by Samuel Knudde, Boeck- | verkooper by 't Stadt-huys, in de Kerck-Bybel.
| |
| |
Afb. 4. De gaven van de milde St. Marten. Amsterdam: M. de Groot boekverkoper; [colofon: Schoonhoven: gedrukt bij S. Knudde], 1662. 12o. Ex 's-Gravenhage: K.B. 28 E 27. (10).
| |
| |
12o: A-G12.
[$7 (-A1, -A2)]
84 folia, gepagineerd = [10], 1-5, 6, 7-155, [3].
Signatuurposities:
A6 den Pastoor
G7 wel duur
A1r : | [Gegraveerde titelpagina, voorstellende Sint Maarten te paard die met zijn zwaard een stuk van zijn mantel afsnijdt voor de bij hem geknielde bedelaar die uit een marskramersmand boekjes uitdeelt.] |
A1v : | [Blanco.] |
A2r : | [Titelpagina.] |
A2v : | [Blanco.] |
A3r - A5r : | AEN | St. NICLAES, | Patroon van Amsterdam. | Eerwaerde Mede-Broeder. [Toe-eygeningh (Opdracht) op fol. A5r ondertekend: ‘Uw toegedane Mede-Broeder | St. MARTEN. | Patroon van Utrecht.’ Uit deze opdracht blijkt dat het werk is uitgelokt door de St. Niklaesgift.) |
A5v : | Aen den LESER. [Voorrede in de vorm van een gedicht. De beginregel luidt: ‘Ghy Lezer zegt, waer toe dees grillen,’] |
A6r - G12v : | Den Milden | St. MARTEN. [Kluchten, onderbroken door verschillende andere, hieronder genoemde, onderdelen.] |
C7r : | PASQUIL. [Klucht over de Kardinaal de Richelieu.] |
C7v - C10r : | EPITAPHIUM. [Grafschrift van de Kardinaal de Richelieu. De verso-zijden geven de Latijnse, de recto-zijden de Nederlandse tekst weer.] |
D1r - D6v : | 't Lof der | LUYSEN. | Beschreven in de Latijnsche sprake | Door den Hoogh-Geleerden D. | DANIEL HEYNSIUS, Profes- | sor in de vermaerde Acade- | mie tot Leyden. | En nu in 't Nederduytsch vertaalt. | Aan de Bedelaars. |
E6v : | Yet kluchtighs, op het paren van sijn | Keurvorstelijcke Doorluchtigheydt, | den Hertog van Brandenburg, met de | Doorluchtigste Princes, Louijse van | Oranjen van |
| |
| |
| Nassau. In den Hage de 7 | December 1646. [Gelegen-heidsgedicht ondertekend ‘V.R.B.’] |
E11r - F2v : | GEVALUEERDE | PROGNOSTICATIE | Over dit te genwoordige Jaar. | Gepractiseert op de twee Globen | Van Mons. Sibillis Al-geraden. [Spotprognosticatie.] |
F3r - F3v : | Een Prophecie van Doctor Hanarius | Gallianus. |
F9r - F10v : | BOERE BRUYLOFT. [Gedicht.] |
G11v - G12v : | DOOTS-TRIUMPH. [Gedicht.] |
G12v : | [Colofon.] |
Exemplaren:
- 's-Gravenhage: K.B. 28 E 27.
Herkomst: Het exemplaar bevat een ex-libris van F.G. Waller en één van D.F. Scheurleer.
Opmerking: Op de titelpagina is in het bibliografisch adres de M van Michiel de Groot ondersteboven afgedrukt. De gegraveerde titelpagina is die uit een druk die bij A. de Wees te koop is geweest, maar waarvan geen exemplaar bekend is.
Bibliografische verwijzingen:
Cat. Scheurleer 1203; Cat. Waller 579.
|
|