| |
| |
| |
Bibliografie
I. Ter Braak
Bomhoff, J.G., ‘De Literaire Theorie van Menno ter Braak’, in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1960-61, p. 3-13. |
Borsboom, A., Menno ter Braak; Onpersoonlijk Nihilisme en Nihilistische Persoonlijkheid, Amsterdam 1962 (gestencild proefschrift). |
Braak, Menno ter, Verzameld Werk, Amsterdam 1950-1951 (7 delen). |
Braak, Menno ter, De Propria Curesartikelen 1923-1925, met een inleiding door Carel Peeters, 's-Gravenhage 1978. |
Braak, Menno ter, en E. du Perron, Briefwisseling 1930-1940, Amsterdam 1962-1967. |
Bruggen, Carry van, Prometheus. Een Bijdrage tot het Begrip der Ontwikkeling van het Individualisme in de Literatuur. Ingeleid door H.A. Gomperts, Amsterdam 19462 (1919). |
Colmjon, G., en L. Verbraeck, ‘Menno ter Braak aan “Het Vaderland”’, De Litteraire Gids 7 (24 november 1933) p. 1, 2. |
Drop, W., ‘Logische en niet-logische Bewijsvoering in Ter Braaks Essayistiek, gedemonstreerd aan de eerste Paragraaf van Het Démasqué der Schoonheid’, in Studia Neerlandica 3 (1970) p. 60-76. |
Duinkerken, A. van, Katholiek Verzet, Hilversum 1932. |
Duinkerken, A. van, Gorter, Marsman, Ter Braak, Utrecht-Antwerpen (1967). |
Faassen, Sjoerd van, ‘“Multatuli contra Busken Huet en Potgieter?” of: De Brieven van Menno ter Braak aan J. Greshoff uit 1937’, in Menno ter Braak. Een Verzameling Artikelen, p. 166-174. |
Forum. Brieven, Citaten, Documenten en Knipsels, verz. door Willem Mooijman, ingeleid door L. Mosheuvel, 's-Gravenhage/Rotterdam 1969. |
Forum. Maandschrift voor Letteren en Kunst. Jaargang I-IV (1932-1935). |
Francken, Eep, ‘Ter Braak over Multatuli’, in Menno ter Braak. Een Verzameling Artikelen, p. 163-165. |
Galen Last, H. van, ‘Scrutiny en Forum’, in Hollands Weekblad 3 (1961) nr. 163, p. 14, 15. |
Geyl, P., Van Bilderdijk tot Huizinga. Historische Toetsingen, Antwerpen/Utrecht 1963. |
Geyl, P., Verzamelde Opstellen 4, Utrecht/Antwerpen 1978. |
| |
| |
Gomperts, H.A., De Schok der Herkenning, Amsterdam 1963. |
Gomperts, H.A., De Geheime Tuin, Amsterdam 1963. |
Goudsblom, J., ‘Het Probleem van de Hiërarchie bij Menno ter Braak’, in Menno ter Braak. Een Verzameling Artikelen, p. 150-158. |
's-Gravesande, G.H., Sprekende Schrijvers; Nederlandsche en Vlaamsche Letterkundigen in gesprek met -, Amsterdam 1935. |
Henrard, R., Menno ter Braak in het Licht van Friedrich Nietzsche, Hasselt (1963) (diss.). |
Huizen, P.H. van, ‘Twee kritische Tradities’, in Hollands Weekblad 3 (1961) nr. 132, p. 13-15. |
Leeuwen, W.L.M.E. v., Drie Vrienden; Menno ter Braak, H. Marsman, E. du Perron, Utrecht/Antwerpen 1963. |
Menno ter Braak. Een Verzameling Artikelen, onder redactie van Sjoerd van Faassen. 's-Gravenhage 1978. |
Oversteegen, J.J., Vorm of Vent, Opvattingen over de aardvan het literaire werk in de Nederlandse kritiek tussen de twee wereldoorlogen, Amsterdam 1969 (diss.). |
Perron, E. du, Verzameld Werk. Amsterdam 1955-1959 (7 delen). |
Rothuizen, G.Th., Steen of Stroom? Menno ter Braak en Anton van Duinkerken over het Christendom, Kampen 1969. |
Sicking, J.M.J., ‘Menno ter Braak en Carry van Bruggen’, in Menno ter Braak, Een Verzameling Artikelen, p. 59-65. |
Vestdijk, S., Gestalten tegenover mij. Persoonlijke herinneringen, Den Haag 1961. |
Vestdijk, S., Muiterij tegen het etmaal. I. Proza, Den Haag, 19663 (19421). |
Vestdijk, S., Muiterij tegen het etmaal. 2. Poëzie en essay, Den Haag 19662 (19471). |
Würzner, Hans, ‘Menno ter Braak als Kritiker der Deutschen Emigrantenliteratur’, in Amsterdamer Beiträge zur neueren Germanistik 6 (1977) p. 216-141. |
Würzner, Hans, ‘Menno ter Braak en de Duitse Letterkunde’, Tirade 18 (1976) p. 52-66. |
II. Het Literaire Waardeoordeel (etc.)
Abrams, M.H., The Mirror and the Lamp: Romantic Theory and the Critical Tradition, New York 1953. |
Albert, Hans, ‘Ethik und Meta-Ethik. Das Dilemma der analytischen Moralphilosophie’ in Archiv für Philosophie, 11 (1961) p. 28-63; geciteerd naar Werturteilsstreit, p. 472-517. |
Ayer, A.J., Language, Truth and Logic, London 19462 (1936). |
Beardsley, Monroe C., What is an Aesthetic Quality?, in Theoria 39 (1973) p. 50-70. |
| |
| |
Boer, Th. de, ‘Werkelijkheid, Waarden, Wetenschap’, in Waarden en Wetenschap, p. 46-85. |
Bomhoff, J.G., ‘Hermeneutiek der Literatuur’, in Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie 59 (1967) p. 151-167. |
Boonstra, H.T., ‘Van Waardeoordeel tot Literatuuropvatting’, in De Gids 14 2 (1979) p. 243-254. |
Brand, Arie, Toetsing en Kritiek. Over Objectiviteit en Kennisbelang bij Weber en Habermas, Meppel/Amsterdam 1976 (diss.). |
Brands, M.C., ‘Over de Waarde van Waardeoordelen: een Reactie op Junker en Von der Dunk’, in Waarden en Wetenschap, p. 223-231. |
Bremond, Claude, ‘La Logique des Possibles Narratifs’, in Communications 8 (1966) p. 60-77; vertaald in Tekst boek Algemene Literatuurwetenschap, p. 183-207. |
Bronzwaer, W., Waarom houden de Engelsen meer van literaire kritiek dan van literatuurwetenschap?, in Forum der Letteren 17 (1976) p. 129-146. |
Casey, John, The Language of Criticism, London 1966. |
Cohen, Ted, ‘Aesthetic/Non-Aesthetic and the Concept of Taste: a Critique of Sibley's Position’, in Theoria 39 (1973) p. 113-152. |
Dresden, S., ‘De Betekenis van het Dilettantisme’, in Bezonken Avonturen, Amsterdam 1949, p. 133-149. |
Dresden, S., ‘Het Herkauwen van Teksten’, in Forum der Letteren 12(1971) p. 142-173. |
Duintjer, O.D., ‘Moderne Wetenschap en Waardevrijheid’, in Waarden en Wetenschap, p. 20-45. |
Dunk, H.W. von der, ‘Waardevrijheid en Geschiedenis’, in Waarden en Wetenschap, p. 200-222. |
Geiger, M., Beiträge zur Phänomenologie des ästhetischen Genusses, Halle a.d.S. 1913. |
Guépin, J.P., Doorkruiste Verwachtingen, Amsterdam 1977. |
Gusdorf, Georges, La Découverte de Soi, Paris 1948. |
Hartmann, Nicolai, Ästhetik, Berlin 1953. |
Hester, Marcus B., The Meaning of Poetic Metaphor. An Analysis in the Light of Wittgenstein's Claim that Meaning is Use, The Hague/ Paris 1967. |
Heyl, B.C., ‘Relativism Again’, in E. Vivas, M. Krieger (eds.), The Problems of Aesthetics, N.Y. etc. (1953), p. 436-445; oorspr. in JAAC 5 (1946) p. 54-61. |
Heyl, B.C., ‘The Absolutism of F.R. Leavis’, in JAAC 13 (1954-5) p. 249-255. |
Hirsch, Jr., E.D., The Aims of Interpretation, Chicago/London 1976. |
Hirsch, Jr., E.D., Validity in Interpretation, New Haven/London 19756 (1967). |
| |
| |
Hudson, W.O. (ed.), The Is/Ought Question. A Collection of Papers on the Central Problem in Moral Philosophy, London (etc.) 1969. |
The Importance of Scrutiny. Selections from Scrutiny, a Quarterly Review, 1932-1948, ed. by Eric Bently, New York 1948. |
Junker, D., ‘Over de Legitimiteit van Waardeoordelen in de Sociale Wetenschappen en de Geschiedenis’, in Waarden en Wetenschap, p. 172-199. |
Kayser, W., Die Vortragsreise: Studien zur Literatur, Bern 1958. |
Kayser, W., Das Sprachliche Kunstwerk. Eine Einführung in die Literaturwissenschaft, Bern, München (196511) (1948). |
Kenny, Anthony, Wittgenstein, Utrecht/Antwerpen 1974. |
Kerner, George C., The Revolution in Ethical Theory, Oxford 1966. |
Kraft, Viktor, Der Wiener Kreis. Der Ursprung des Neopositivismus. Ein Kapitel der jüngsten Philosophiegeschichte, Wien/New York (erw. und verb. Aufl.) 1968 (19501). |
Kraft, Viktor, ‘Wertbegriffe und Werturteile’, fragmenten in Werturteilsstreit p. 44-63 (uit Grundlagen einer Wissenschaftlichen Wertlehre, Wien 19512 (193711)). |
Kummer, E., ‘Vals Perspectief’, in Tirade 19 (1975) p. 431-445. |
Kummer, E. en P.F. Schmitz, ‘De Rhetoric of Fiction van Wayne C. Booth in de Praktijk’, in Forum der Letteren 17 (1976) p. 31-45. |
Leavis, F.R., The Common Pursuit, Harmondsworth 1969 (19521). |
Lunding, E., ‘Absolutismus oder Relativismus’, in Orbis Litterarum 21 (1966), p. 71-94. |
Maatje, Frank C., Literatuurwetenschap. Grondslagen van een Theorie van het Literaire Werk, Derde, herziene en uitgebreide druk. Utrecht 1974. |
Margolis, Jos. (ed.), Philosophical Looks at the Arts, New York 1962. |
Matthews, H.E., ‘Problems of Literary Criticism’, in Forum for Modern Language Studies 2 (199) p. 83-89. |
Mooij, J.J.A., ‘De Motivering van Esthetische Waardeoordelen’, in Alg. Ned. Tijdschr. voor Wijsbegeerte en Psychologie 61 (1969), p. 217-233. |
Mooij, J.J.A., ‘Problemen rond Literaire Waardeoordelen’, in De Gids (136) (1973) p. 461-473; nu licht gewijzigd als hst. IX in Tekst en Lezer. Opstellen over algemene problemen van de literatuurstudie, Amsterdam 1979. |
Moore, G.E., ‘Wittgenstein's Lectures in 1930-33’ in Philosophical Papers. London, N.Y. (1959), p. 252-324; uittreksel in H. Osborne (ed.), Aesthetics, p. 86-88. |
Müller-Seidel, Walter, Probleme der Literarischen Wertung; über die Wissenschaftlichkeit eines unwissenschaftlichen Themas, Stuttgart 19692 (1965). |
Nietzsche, Friedrich, Werke in drei Bänden, München 19737. |
Nuchelmans, Gabriël, ‘De Intensionalistische Betekenistheorie van Jerrold J. Katz’, in Forum der Letteren, 14 (1973) p. 280-292. |
| |
| |
Opstellen door Vrienden en Vakgenoten aangeboden aan Dr. C.H.A. Kruyskamp, redactie: Hans Heestermans, 's-Gravenhage 1977. |
Osborne, Harold (ed.), Aesthetics. Oxford 1972. |
Popper, Karl R., ‘Die Logik der Sozialwissenschaften’, in Th.W. Adorno u.a., Der Positivismusstreit in der deutschen Soziologie, Darmstadt und Neuwied 19743 (oorspr. Referat 1961) ‘De Logica der Sociale Wetenschappen’, (fragment) in Tekstboek Algemene Literatuurwetenschap, p. 14-24. |
Popper, Karl R., Objective Knowledge, Oxford 1973. |
Rickert, H., Kulturwissenschaft und Naturwissenschaft, Tübingen, 4e und 5e verb. Aufl. 1921. |
Schlechta, Karl, Nietzsche-Index zu den Werken in drei Bänden, München (3. Auflage 1976) (19651). |
Schmitz, P.F., ‘Kenneth Burke: no, yes, maybe’, in Reisgidsen vol Belluno's en Blauwbaarden; Opstellen over S. Vestdijk en anderen aangeboden aan Dr. H.A. Wage, Leiden 1976, p. 122-130. |
Schoonbrood, C.A., Wijsgerige teksten over Wereld. Samengevat en ingeleid door -, Arnhem 1966. |
Schoonbrood, C.A., Wijsgerige Teksten over het Absolute. Samengesteld en ingeleid door -, Arnhem 1967. |
Schwytzer, H.R.G., ‘Sibley's “Aesthetic Concepts”’, in The Philosophical Review, p. 72 (1963) 72-78. |
Segers, Rien T., The Evaluation of Literary Texts. An Experimental Investigation into the Rationalization of Value Judgments with Reference to Semiotics and Esthetics of Reception. (in Studies in Semiotics Vol 22) Utrechts proefschr. 1978. |
Seidler, H., ‘Zum Wertungsproblem in der Literaturwissenschaft’, in Sitzungsberichte, 262, Band 3. Abhandlung. Osterreichische Akademie der Wissenschaften, Wien 1969. p. 6-31. |
Sibley, F., ‘Aesthetic Concepts’, in The Philosophical Review 68 (1959) p. 421-450; licht gewijzigd in J. Margolis (ed.), Philosophical Look at the Arts, N.Y. 192. p. 63-89. |
Sibley, Frank, ‘Aesthetic Concepts: a Rejoinder’, in Philosophical Review 72 (1963) p. 79-83. |
Sibley, Frank, ‘More on Aesthetic Concepts’, in JAAC 25 (1966) p. 401-406. |
Sötemann, A.L., De Structuur van Max Havelaar, Bijdrage tot het Onderzoek naar de Interpretatie en Evaluatie van de Roman, (2 delen) Utrechts proefschrift 1966. |
Spitzer, Leo, Stilstudien, 2 Bde, Darmstadt 19612 (München 1928). |
Stevenson, Charles L., Ethics and Language, New Haven 19462 (1945). |
Stevenson, Charles L., ‘Interpretation and Evaluation in Aesthetics’, in M. Weitz (ed.), Problems in Aesthetics, p. 877-913. |
| |
| |
Strelka, J. (ed.), Problems of Litary Evaluation, (Univ. Park, etc.) 1969. |
Stutterheim, C.F.P., Problemen der Literatuurwetenschap, Amsterdam 1966. |
Teesing, H.P.H., ‘Der Standort des Interpreten’, in Orbis Litterarum 19 (1964) p. 31-46. |
Tekstboek Algemene Literatuurwetenschap. Moderne ontwikkelingen in de Literatuurwetenschap geïllustreerd in een Bloemlezing uit Nederlandse en Buitenlandse publicaties. Samengesteld en Ingeleid door W.J.M. Bronzwaer, D.W. Fokkema en Elrud Kunne-Ibsch, Baarn 1977. |
Tilghman, B.R., The Expression of Emotion in the Visual Arts: a Philosophical Inquiry, The Hague 1970. |
Topitsch, Ernst, ‘Kritik der phänomenologischen Wertlehre’ (1951), in Werturteilsstreit, p. 16-32. |
Tynjanov, Jurij, ‘Het Literaire Feit’, (vert. fragm.) in Tekstboek Algemene Literatuurwetenschap, p. 183-207. |
Vermeulen, E.E.G., Waarden en Geschiedwetenschap. Een Vergelijking van Standpunten ingenomen door H.W. von der Dunk, A.G. Weiler, M.C. Brands met Notities over die van J.M. Romein, G. Harmsen, J.H.J. van der Pot, Assen 1978. |
Vivas, Eliseo, and Murray Krieger (eds), The Problems of Aesthetics, New York 1953. |
Waarden en Wetenschap. Polemische Opstellen over de Plaats van het Waardeoordeel in de Sociale Wetenschappen onder Redactie van Theo de Boer en André J.F. Köbben, Bilthoven 1974. |
Weimann, Robert, ‘New Criticism’ und die Entwicklung bürgerlicher Literaturwissenschaft. Geschichte und Kritik autonomer Interpretationsmethoden, Zweites durchgesehene und ergänzte Auflage, München 1974 (19621). |
Weitz, Morris, Hamlet and the Philosophy of Literary Criticism. London (1965). |
Weitz, Morris, ‘Reasons in Criticism’, in (ed.) M. Weitz, Problem in Aesthetics (19702), p. 913-927; oorspr. in JAAC 20 (1962) p. 429-437. |
Weitz, Morris (ed.), Problems in Aesthetics. Book of Readings, London 19702 (1959). |
Wellek, R., ‘A Letter’: Review of F.R. Leavis Revaluation, in Scrutiny, 5 (1937); ook in The Importance of Scrutiny (z.a.) samen met antwoord van Leavis: ‘Literary Criticism and Philosophy’, p. 23-30 en p. 30-40. |
Werturteilsstreit, Hrg. von Hans Albert und Ernst Topitsch, Darmstadt 1971. |
Wittgenstein, L., Lectures and Conversations on Aesthetics, Psychology and Religious Belief. Compilated from notes taken by Y. Smythies, R. Rhees and J. Taylor (red. C. Barrett), Oxford 1966. |
| |
| |
Wittgenstein, L., Filosofische Onderzoekingen. Met een inleiding van F.R. Beerling, vertaling en bibliografie van Hans W. Bakx, Meppel (1976) (Oorspr. Philosophische Untersuchungen samen met engelse vertaling Philosophical Investigations verschenen in 1953). |
Wittgenstein, L., zie ook Moore, G.E. |
Wolf, Thijs de, Persoonlijkheid, Realiteit of Interpretatie, Muiderberg 1978. |
Wunberg, G., ‘Die Wertung literarischer Werke, Kritische Bemerkungen zu Wilhelm Emrich’, in Handelingen van het 30ste Ned. Filologencongres 1968, p. 56-62. |
Wutz, H., Zur Theorie der Literarische Wertung, Tübingen 1957 (diss.). |
Zaalberg, C.A., ‘Das Buch Extasis’ van Jan van der Noot, Assen 1954 (diss.). |
|
|