Het fluitketeltje en andere versjes
(1992)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 61]
| |
[pagina 62]
| |
Oezel en Woezel en Houtemetout.
(Zo heten ze heus!)
Ze zeggen: Dat jongetje wil maar niet eten!
Hij heeft nog geen enkel klein hapje gegeten,
hij kliedert en fliedert, z'n bordje wordt koud!
Wij vinden dat jongetje vreselijk stout!
(Dát zeggen ze.)
Zou Basje dat horen? Zou Basje dat weten?
O, kijk hij gaat eten én eten én eten.
Hij hapt en hij kauwt, want hij krijgt het benauwd
van Oezel en Woezel en Houtemetout!
(Begrijp je wel?)
Boven op 't kastje met potten en pannetjes
zitten drie mannetjes, zitten drie mannetjes,
alle drie klein en alle drie oud,
Oezel en Woezel en Houtemetout.
Zij roepen tevreden
naar Basje beneden:
Kijk eens, dat jongetje! Hap, hap, hap!
Wij vinden dat jongetje vreselijk knap.
|
|