Het fluitketeltje en andere versjes(1992)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Klarinet mag helpen kleuren Klarinet, het koningszoontje, droeg een diamanten kroontje, droeg een hemd van satinet, sliep in 'n blauwfluwelen bed, reed op een hobbelpaard hoppeltie-hop met zeventien pluimen op z'n kop. Toch was Klarinet zo treurig, zo humeurig, sikkeneurig. Kijk, daar zit hij op de trap, met zijn mond vol lammetjespap. Wel, zei toen de koningin, heb je 't nog niet naar je zin? Je hebt een zilveren ganzenbord en gouden knopen aan je schort Wil je soms nog een koekepan, die ‘goedemorgen’ zeggen kan? Nee, zei het prinsje Klarinet, ik wil de Paashaas in mijn bed! Iedereen in het paleis raakte helemaal van de wijs. [pagina 60] [p. 60] Twintig mannen met purperen broeken moesten ineens de Paashaas zoeken. Hoppeltie-hop, daar reden zij over heuveltjes, over de hei, tussen de lelietjes in het dal: Kijk, daar zat de Paashaas al. Gaat u mee naar Klarinet, in zijn blauwfluwelen bed? Maar de Paashaas zei: Welnee, wat een wonderlijk idee! Compliment aan Klarinet en ik wil niet in zijn bed. Als hij hier komt, zonder zeuren, mag hij helpen eieren kleuren. Twintig mannen reden vlug hoppeltie-hoppeltie-hop terug. Klarinet, het koningszoontje met zijn diamanten kroontje, reed op zijn hobbelpaard, hoppeltie-hop, met zeventien pluimen op z'n kop, hoppeltie-hop naar het lelietjes-dal. Ha, zei de Paashaas, ben je er al? Trek je jas uit van fluweel, ga daar maar zitten en neem een penseel. Hier heb je rood en hier heb je groen, al die eiertjes mag jij doen. Klarinet ging zitten kleuren, zonder zaniken, zonder zeuren. Ieder kind uit heel het land krijgt een ei uit deze mand. Vorige Volgende