Het fluitketeltje en andere versjes(1992)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Het mannetje Haastje-rep Op de piano, tussen de bloemen zit een klein mannetje mee te zoemen, en als jij speelt van do-re-mi... dan zingt dat mannetje: sol-la-si... en als jij speelt, zoals het moet, als je 't voorzichtig en langzaam doet, dan schudt dat mannetje met zijn kop, dan roept dat mannetje: schiet toch op! Dan ga je jakkeren, dan ga je jachten zonder te rusten en zonder te wachten, dan gaat het fout en dan gaat het mis! Weet je soms ook, wie dat mannetje is? Boven op die pianoklep? Dat is het mannetje Haastje-rep! En wanneer jij zit te breien, zit dat mannetje altijd bij je. Denk er om, je kunt 'm niet zien, hij zit in de klok, misschien, als jij je draadje om wilt slaan - omslaan, doorhalen, af laten gaan - schudt dat mannetje met z'n kop, roept dat mannetje: schiet toch op! dan ga je jakkeren, dan ga je jachten zonder te denken en zonder te wachten. Floep, daar valt alweer een steek, dan zeg je een beetje bleek: Gek, ik weet niet wat ik heb... 't Komt door het mannetje Haastje-rep. [pagina 41] [p. 41] Zit jij met je schrift vol sommen, zit dat mannetje mee te brommen. Zit hij, zonder dat je 't weet, boven op het schoorsteenkleed. Als jij je cijfertjes netjes tekent, als jij zonder fouten rekent, schudt dat mannetje met z'n kop, roept dat mannetje: schiet toch op! Kijk, dan schrijf je haastig even weer een 8 in plaats van 7, altijd fout en altijd mis, als dat mannetje daar is. Pas toch op, Marietje en Bep, voor het mannetje Haastje-rep!!! Vorige Volgende