De spin Sebastiaan(1966)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 168] [p. 168] Als al mijn kinders groot zijn Als al mijn kinders groot zijn, wat moeten ze dan worden? Marietje wordt een danseres en Flip wordt vliegenier, Katrientje wordt een koningin en eet van gouden borden, en Koentje krijgt een winkel en die wordt dus winkelier, en Barend wordt een bedelaar die klopt aan alle deuren, en Bambo wordt het opperhoofd van Biri-Biri-Bi, en Pieter wordt een lichtmatroos dan kan 'm niets gebeuren, maar ja, dan heb ik nóg een kind: Baboffel, wat wordt die? Baboffel wordt geen bedelaar, Baboffel wordt geen heer, Baboffel is een beertje en die wordt gewoon een beer. Als al mijn kinders groot zijn, waar zullen ze dan wonen? Marietje woont dan in Parijs en Flip woont op Schiphol, Katrientje in Zuid-Afrika, met al haar zeven zonen, en Koentje woont in Groenland en verkoopt daar groene wol, en Barend, die woont overal waar huizen zijn met deuren, en Bambo woont, dat spreekt vanzelf, in Biri-Biri-Bi, [pagina 169] [p. 169] en Pieter zit dan op een schip; zo zal het wel gebeuren. Maar ja, dan heb ik nóg een kind, Baboffel, waar woont die? Baboffel woont niet in Parijs en ook niet in Maassluis, Baboffel is een beertje en hij woont gezellig thuis. Als al mijn kinders groot zijn, dan maak ik verre reizen, dan ben ik maandags in Parijs en dinsdags op Schiphol, en woensdags in Zuid-Afrika, daar heb ik twee paleizen, en donderdags in Groenland in de winkel met de wol, en vrijdags ben ik overal waar huizen zijn met deuren, [pagina 170] [p. 170] en zaterdags, dat spreekt vanzelf, in Biri-Biri-Bi, en zondags ben ik op een schip; zo zal het wel gebeuren, maar als ik 's avonds thuis kom, weet je wie ik dan weer zie? Baboffel zit te wachten met een strikje in zijn haar, en zegt: Doe nou je jas maar uit, het eten is al klaar. Vorige Volgende