De spin Sebastiaan(1966)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 146] [p. 146] Het Grand Hotel Wie fluit daar onderaan de trap, de trap van 't Grand Hotel? Het is de graaf van Pieperlepap, een muizegraaf, jawel! De waard komt al de voordeur uit, het is een brave waard, met rode haartjes op zijn snuit en met een ferme staart. De graaf zegt: Ik ben adellijk en vreselijk voornaam! En daarom wil ik dadelijk een kamer met een raam. Ik wou ook nog een bad erbij en hebt u een garage? En is er plaats voor mijn lakei, en ook voor mijn bagage? Ik ben voor mijn plezier op stap als u het nog niet wist, ik ben de graaf van Pieperlepap, een heel voornaam tourist! Ik wil een kamer met ontbijt wat zwoerdjes en wat kaas... De waard zegt: O, doorluchtigheid, dat is er niet, helaas! Een mooie kamer heb ik wel, al is het niet zo'n grote, dit is een eekhoorntjeshotel met enkel beukenoten. De graaf zegt: Als 't niet anders kan, [pagina 147] [p. 147] nou ja, dan moet het wel. Breng mijn bagage boven, Jan, wij nemen dit hotel. De waard is blij en erg verrast, daar bovenaan die trap, hij zegt: U bent mijn hoogste gast, o, graaf van Pieperlepap! Vorige Volgende