De spin Sebastiaan(1966)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 140] [p. 140] De tandarts houdt een winterslaap De tandarts L.J. Langejaap houdt in de winter een winterslaap, hij slaapt al veertien weken. Hij mompelt alleen zo 's morgens vroeg: Katrien, ik heb weer geen dek genoeg, dan krijgt hij nog een deken. De mensen met een zere kies (er zijn er negenentachtig precies) staan op de deur te bonken. Zij gooien met kiezeltjes tegen de ruit en roepen: Zeg, komt hij er nog niet uit? En de tandarts blijft maar ronken. Want voor hij ging slapen, toen heeft hij gezegd: 't Komt later allemaal wel terecht, en niemand mag mij wekken. Ik blijf in mijn bed zolang als ik wil. Je mag me pas roepen op zeven april, dan ga ik weer kiezen trekken. Zo staan al die mensen dan voor de deur en raken verschrikkelijk uit hun humeur en roepen: Het is een schande! Maar tandarts L.J. Langejaap blijft sluimeren in zijn winterslaap en droomt niet eens van tanden. [pagina 141] [p. 141] En wat men ook zegt en wat men wil, de wekker staat op zeven april: (het is een winterslaap-wekker)... Maar één is er blij en tevreden: ja, de kleine Jacobus, hij denkt: Aha, ik hoef dus nog niet. Lekker! Vorige Volgende