De spin Sebastiaan(1966)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] Sinterklaas in de storm O, wat er toch nu weer gebeurd is, zeg! Bij Monnikendam op de grote weg, daar zijn we toch zo van geschrokken! Daar reed Sinterklaas op zijn dooie gemak, hij was net met Piet en de roe en de zak uit Monnikendam vertrokken. 't Ging allemaal goed, 't was een kalme rit en Sint dacht juist aan Pietertje Smit, die jongen die altijd zo lui is. En toen ging het waaien, dat was me een wind! Nou ja, zei de Sint. Och kom, zei de Sint, ik denk dat het even een bui is. Het paard van Sint Nicolaas zette zich schrap, 't ging tegen de wind in, zo stap voor stap en Piet zei: Boe, wat een weertje. Toen kwam er een windvlaag, zo vreselijk wild, de Sint werd gewoon van zijn paard afgetild, hij vloog door de lucht als een veertje. Nu stond er daar (gelukkig maar, zeg!) een telefoonpaal aan de weg, het was een hele hoge. Maar als die paal er eens niet was geweest, dan hadden we nu geen Sint-Nicolaasfeest, dan was hij weggevlogen! [pagina 104] [p. 104] Nu zat hij dus tegen die paal gedrukt, die goeie Sint, van zijn paard afgerukt, het leek of hij daar bleef kleven. Een eindje verder zat Zwarte Piet en kijk eens, zijn dat de kadootjes niet, die daar door het luchtruim zweven? Had Sint niets gebroken, geen arm of been? Gelukkig niet, hoor, alleen, alleen, de schrik had hij wel te pakken. Zijn bril was hij kwijt, da's waar, zijn bril, maar de wind ging liggen, het werd bladstil en de Sint liet zich langzaam zakken. En meteen, toen hij daar weer die paal uitkwam, toen stond daar een jongen uit Monnikendam, die heeft Sinterklaas afgeschuierd. Hij hielp Zwarte Piet met zijn muts en zijn jas, en weet je wel, wie dat jongetje was? Pieter Smit, die altijd zo luiert. Dat liep goed af, zei Sinterklaas, alleen mijn bril is weg, helaas, maar verder is alles in orde. En jij bent een flinke jongen jij jij Pietertje Smit, je krijgt van mij de Telefoonpaal-orde. Ja Sinterklaas, zei Pieter bedeesd, en sindsdien is hij nooit meer lui geweest. [pagina 105] [p. 105] Vorige Volgende