Twee jonge boefjes
Twee jonge boefjes deden alsof ze iets te eten wilden kopen bij een eetkraam. Een van beiden zag dat de verkoper met andere dingen bezig was en zijn aandacht elders had en pakte sluw een stuk vlees uit een schaal. Hij gaf het aan zijn vriend, om te verstoppen onder zijn kleren. Toen de verkoper zag dat er een stuk vlees was gestolen, beschuldigde hij beide jongens van diefstal. Degene die het had gepikt, zwoer bij Jupiter dat hij het niet had; en degene die het had, zwoer evenzo dat hij het niet had gepakt. Waarop de verkoper zei: ‘Op dit moment is mij de dief onbekend, maar degene bij wie jullie zweren, heeft het gezien en weet het.’